“Als het gaat over opkomende markten onderschatten we vaak de snelheid waarmee het wereldwijde landschap verandert en de impact van de snelle groei van deze markten op onze economie.” Dat zegt Prof.dr. Haico Ebbers, hoogleraar internationale economie aan Nyenrode Business Universiteit. “Ik zie bij deelnemers vaak ontkenning of juist overmatige bezorgdheid als deze ontwikkelingen aan bod komen. Toch kan een andere manier van denken juist een win-winsituatie opleveren.”
Ebbers, doceert het programmaonderdeel ‘The Changing Global Landscape’, hij stelt: “Voor het eerst in de moderne geschiedenis leven we in een wereld die niet langer wordt gedomineerd door het westen. De Aziatische markten, samen met de markten van landen als Brazilië, Zuid-Afrika en Argentinië, zijn ons al voorbijgestreefd.” Desondanks vindt Ebbers dat veel bestuurders en managers, die deelnemen aan het programma, onvolledige beelden hebben van die opkomende markten. “Als ik bijvoorbeeld vraag wat het gemiddelde jaarinkomen van een Chinees is, schatten ze dat vaak rond 3.000 euro. Bijna niemand komt met het juiste antwoord, dat op ruim 12.000 euro ligt.” En in enkele overzichten die zich baseren op koopkracht, is dit nog (veel) hoger.
Dit simpele voorbeeld illustreert volgens Ebbers dat daar een enorme consumentenmarkt bestaat, met een opkomende middenklasse die meer geld te besteden heeft dan wij denken. “Met dit soort onjuiste beelden missen bedrijven geweldige kansen.” Ebbers schat dat grote spelers als Pfizer en ING misschien 25 procent van hun omzet uit opkomende markten halen. “Dat is maar een klein deel, zeker als je weet dat die markten nu al groter zijn dan de G7, plus de belangrijkste andere westerse landen.”
‘Wij zijn te veel gewend aan westers denken’
Ebbers beschrijft de werkwijze van een Nederlandse fabrikant van draaideuren. “Het bedrijf promootte dit product vooral op energiebesparing, omdat je de warmte er beter mee binnenhoudt. In Zuid-China, waar het altijd warm is, krijg je met dat beeld geen voet aan de grond. Maar nadat de fabrikant breed inzette op ruimtebesparing en op efficiëntere doorstroming van publiek dat naar binnen en buiten loopt, werd het wel een succes. Een ander voorbeeld: Chinezen zitten graag achterin de auto. Dat betekende dat Audi een langere uitvoering met veel ruimte achterin moest ontwikkelen om goed door te kunnen breken op de Chinese markt.”
Andere manieren van concurreren
Ebbers neemt deelnemers ook mee in een ander denkproces, namelijk het inspelen op de snel toenemende concurrentie van opkomende markten. “Nieuwe partijen uit deze landen concurreren op een andere manier dan wij gewend zijn. Ook al denk je dat ze geen kosten meer kunnen besparen, ze doen het toch.” Zo is er volgens Ebbers in de nieuwe markten vaak sprake van een sterkere focus op procesinnovatie die stap voor stap wordt doorgevoerd, in plaats van productinnovatie. “Houd je vast aan je eigen manier van concurreren, dan word je gepasseerd. Wie had vijf jaar geleden gedacht dat Alibaba een serieuze concurrent van Amazon zou worden, dat het eveneens Chinese BYD meer elektrische auto’s zou verkopen dan Tesla en dat Xiaomi zou uitgroeien tot de derde smartphoneproducent ter wereld?”
Prof. dr. Haico Ebbers is hoogleraar internationale economie aan Nyenrode Business Universiteit.
“Today’s students will work and live in an environment with new consumers, new competitors, new rules and new business models. Hence, the need to emphasize the impact of New Economic Powers, such as China”.