Beleggers worden niet voldoende beschermd tegen financiële risico’s

Regelgeving op kredietbeoordelaars schiet tekort

17 juni 2020
Onderzoek

Na de financiële crisis in 2008 hebben beleggers massaal kritiek geuit op de kredietbeoordelaars die beleggers horen te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s. Sindsdien is de internationale wet- en regelgeving op kredietbeoordelaars flink aangescherpt. De nieuwe regels komen echter de door beleggers zo gewenste transparantie van de risico’s niet altijd ten goede. Kredietbeoordelaars worden over één kam geschoren, terwijl de kwaliteit ten opzichte van elkaar sterk blijkt te verschillen. De waarde van de beoordelingen wordt, met name bij financiële producten die complexer te doorgronden zijn, sterk overschat. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Security design and credit rating risk in the CLO market’ van prof. dr. Dennis Vink, dr. Mike Nawas en Vivian van Breemen. Vink en Nawas zijn werkzaam bij Nyenrode Business Universiteit en Van Breemen volgt het parttime PhD traject van Nyenrode nadat zij eerder het financieel management track heeft afgerond. Daarnaast werkt zij als toezichthouder bij De Nederlandsche Bank (DNB).

Kredietbeoordeling

Een kredietbeoordeling is een onafhankelijke beoordeling van de kredietwaardigheid van een financieel product, zoals een obligatie. Die wordt meestal uitgedrukt in letters, variërend van AAA (de hoogste kredietwaardigheid) tot en met D (de laagste). Zo’n kredietrating wordt door kredietbeoordelingsbureaus als Moody’s en Standard & Poor’s (S&P) gedaan in opdracht van het bedrijf dat de obligatie uitgeeft. De uitgevende instellingen mogen zelf kiezen welke van de door hen bemachtigde kredietbeoordeling zij publiceren. Hierdoor ontstaat “credit rating risk”, het risico dat de gekozen beoordeling geen accurate of volledige weergave geeft van het kredietrisico van een financieel product.

Risico’s voor beleggers

Het onderzoek is belangrijk omdat de complexiteit van deze financiële producten het voor veel beleggers lastig maakt om zelf de risico’s te beoordelen. Om deze reden leunen beleggers vaak op de mening van kredietbeoordelaars. En dat terwijl er veel geld in deze producten omgaat. “De dataset die we gebruikt hebben in het onderzoek vertegenwoordigt 1,8 triljoen dollar aan beleggingen,” vertelt Van Breemen. “Ons onderzoek draagt bij aan het inzichtelijk maken van de risico’s en vormt input voor mogelijke optimalisatie van wet- en regelgeving. In het huidige wetgevingskader rondom de financiële producten die wij onderzoeken, is vastgelegd dat alle producten van minimaal twee kredietbeoordelingen moeten worden voorzien. Er wordt geen rekening gehouden met de mate van complexiteit van producten bij het bepalen van een wettelijk vereist aantal kredietbeoordelingen. Wij vinden dat juist wel belangrijk.” Van Breemen legt uit: “Stel u hebt twee auto’s op het oog, een Suzuki Swift en een Ferrari. U wilt er zeker van zijn dat de motor het niet begeeft en om die reden krijgt u bij beide auto’s een aankoopkeuring. De Ferrari heeft overduidelijk een complexere motor dan de Suzuki. Daarom is het belangrijk dat je voor de Ferrari de keuring laat doen door meerdere keurders om zo de complexiteit van die motor nog beter te doorgronden. Momenteel hebben beide auto’s twee keurders nodig wat wij niet logisch vinden.”

Een andere belangrijke bevinding is dat beleggers wel degelijk differentiëren tussen de kredietbeoordelaars in kwaliteit. Vink legt uit: “Wij laten zien dat beleggers meer risico’s waarnemen bij kredietbeoordelingen van Moody’s dan bij S&P. In andere woorden: de kwaliteit tussen de beoordelingen blijkt te verschillen en om die reden worden klanten met ongewenste risico’s opgezadeld als gekozen wordt voor Moody’s.”

Internationale conferenties en vervolgonderzoek

Het onderzoek is gepubliceerd als DNB Working Paper. Van Breemen: “In december 2019 hebben we het onderzoek gepresenteerd op de Financial Management Conference 2019 in Parijs en in januari 2020 op de prestigieuze American Finance Association conferentie in San Diego. Inmiddels hebben Vink, Nawas en Van Breemen een vervolgonderzoek in gang gezet. Nawas: “Hierin vergelijken wij de markten voor deze producten in de Verenigde Staten en  de Europese Unie met elkaar. De vraag die in dit onderzoek wordt beantwoord is in hoeverre investeerders in die markten vertrouwen op de kredietrating en in welke mate dit kan worden verklaard door de discrepantie tussen wet- en regelgeving in beide markten.”

Nyenrode Nieuwsbrief

Nyenrode deelt kennis met nieuwsgierige professionals. Abonneer je op News@Nyenrode voor al het Nyenrodenieuws.