Dit land telt te veel 'hagelslagondernemingen'

31 maart 2022
Opinie

Managers van grote Nederlandse bedrijven zitten in een ‘beheerskramp’, mijden elk risico en zijn gevangen in een ‘wurggreep van tevredenheid’. Commissarissen bij diezelfde bedrijven zijn vooral een ‘applausmachine’, die voor zichzelf als belangrijkste taak zien de rust in de gelederen te bewaren. Auteurs Leen Paape en Leo van de Voort scheppen er leesbaar genoegen in om in hun boek Exit Fantoomtrots tegen heilige huisjes aan te schoppen.


 Zelfgenoegzame bedrijfsbazen die er trots op zijn dat hun bedrijf door private equity van de beurs wordt gehaald, moeten het ontgelden. De Nederlandse taal wordt verrijkt met de term ‘hagelslagonderneming’, wat staat voor een bedrijf waar alles in overvloed is zonder dat er veel voor hoeft te worden gedaan en zonder dat er sprake is van veel ondernemerschap. Het rebelse plezier valt des te meer op doordat de auteurs onderdeel zijn van het establishment. Paape is hoogleraar corporate governance aan Nyenrode en Van de Voort is strategieconsultant. Het zijn activisten, maar dan wel in krijtpak. De schrijvers verwijten Nederlandse bestuurders strategische luiheid. Te vaak wordt de oplossing gezocht in saneren, overnemen en aandeelhouders tevreden houden met een aandeleninkoopprogramma. Bepaald geen teken van vertrouwen in de innovatieve kracht van de onderneming. En dus roepen zij op weer te ondernemen.

Exit Fantoomtrots past in deze tijd van transitie, waarin wordt gezocht naar een nieuw verhaal voor het kapitalistische model. Maar het past er ook weer niet helemaal in, doordat het deels teruggrijpt naar vertrouwde recepten uit het kookboek voor het bedrijfsleven. Het is geen idealistisch maar een realistisch boek met veel praktische voorbeelden. En wars van ideologische vooroordelen. 

De auteurs gaan niet mee in het idee dat bedrijven slachtoffer zouden zijn van aandeelhouders-kapitalisme

Zo gaan de auteurs niet mee in het in Nederland geliefkoosde idee dat bedrijven als Unilever slachtoffer zijn van het kortetermijnaandeelhouderskapitalisme, oftewel het Angelsaksische model, terwijl het concern het goede wil doen voor de samenleving en alle belanghebbenden, de Rijnlandse ideologie. Hier is volgens de auteurs sprake van een schijntegenstelling. De kapitaalverschaffer staat voor de financierbaarheid en daarmee voor het begin en het einde van de jaarcyclus. Daartussen staan alle belangengroepen die de onderneming moet bedienen om haar bestaansrecht te rechtvaardigen. De een kan niet zonder de ander.

Probleem is wel dat veel Nederlandse fondsen de beurs niet of nauwelijks meer gebruiken om te ondernemen. Zij potten het geld op, kopen aandelen en zijn onvoldoende bezig met wat de auteurs economic value added of EVA noemen, een berekeningsmethode van waardecreatie die eind vorige eeuw in zwang was. De hedendaagse managerskaste is te zeer gericht op de winst-en-verliesrekening en het managen van het getal onder aan de streep en te weinig op de toekomst. Net als veel beleggers zijn zij bezig met de korte termijn. Er wordt te weinig naar de balans gekeken en naar de werkelijke waarde van merken. Om uit deze zelfgenoegzaamheid te geraken doen de auteurs onder meer het voorstel om de commissarissen verantwoordelijk te maken voor strategie en de balans. Het management kan zich dan richten op de uitvoering van het plan, de winst-en-verliesrekening en de dagelijkse gang van zaken. Het is een interessant idee dat zeker een discussie waard is, al vraagt het een fundamentele herijking van het profiel, de inzetbaarheid en de beloning van toezichthouders. Ook de auteurs zullen moeten erkennen dat uiteindelijk niet de structuur maar de personen het succes bepalen.

En dan is er nog de berekening van de kosten. De schrijvers halen een idee van Eckart Wintzen van stal om tegemoet te komen aan toenemende zorgen over planeet, samenleving en werknemers. Deze onorthodoxe IT-ondernemer stelde eind vorige eeuw voor om in plaats van op arbeid belasting te heffen op het verbruik van grondstoffen en materialen. Dat stimuleert een zorgvuldig gebruik van de aarde.

 

 

 

Deze boekrecensie door Pieter Couwenbergh is gepubliceerd in Het Financieele Dagblad d.d. 24 februari 2022. 

Bron: nieuwsbrief Nyenrode Corporate Governance Instituut, maart 2022.

Artikelen en columns gepubliceerd op de website en in de nieuwsbrief van het NCGI weerspiegelen niet per definitie een algemene visie van het NCGI, maar worden door auteurs op persoonlijke titel geschreven. Reageren kan via ncgi@nyenrode.nl. 

Nyenrode Nieuwsbrief

Nyenrode deelt kennis met nieuwsgierige professionals. Abonneer je op News@Nyenrode voor al het Nyenrodenieuws.