De geest van de Code

21 december 2021
Opinie

Op 15 december 2021 heeft de Monitoring Commissie Corporate Governance Code haar rapport over boekjaar 2020 overhandigd aan de minister van Economische Zaken en Klimaat. Het interessantste aspect aan het rapport is hoe weinig er veranderd is ten opzichte van vorige jaren. De nalevingspercentages zijn niet wezenlijk veranderd, het commentaar op de wijze van rapporteren blijft procesmatig en nauw aansluitend bij de letterlijke tekst van rapportagebepalingen en vennootschappen blijven gebruik maken van standaard ‘boilerplate’ teksten. Ook benoemt de Commissie opnieuw dat vennootschappen in hun rapportage te weinig de verdieping zoeken en zich beperkt verhouden tot de samenhang tussen bepalingen en thema's.

De Commissie stelt dat door deze wijze van rapporteren op de betekenis van de rapportage wordt ingeboet. Vrij vertaald: de vennootschappen zijn de verplichte oefening wederom met frisse tegenzin aangegaan en hebben zich er opnieuw al te makkelijk vanaf gemaakt. De vraag is of dit een probleem is. Het korte antwoord is ja, en wel om drie redenen. 

Noord-Koreaanse percentages

Ten eerste rapporteert de Commissie nalevingspercentages van 93,6% (boekjaar 2019: 94,3%) voor NL vennootschappen, en 80,1% voor buitenlandse vennootschappen. Onderliggend aan deze Noord-Koreaanse percentages is de ‘comply or explain’ grondslag onder de Code, waarmee iedere vorm van rapportage, ook negatieve rapportage met een verklaring, als ‘nalevend’ wordt aangemerkt. Door zulke verklaringen een eigen categorie te geven en meer te doen met de inhoud, zou er meer (maatschappelijke) discussie kunnen komen ten aanzien van de redenen voor niet-naleving en over wat ‘naleving’ nu feitelijk inhoudt.

Geschiedenis codes

De tweede reden is gelegen in de geschiedenis van de Corporate Governance codes. De eerste code werd opgesteld in 1992 door de UK Cadbury Committee in reactie op een aantal grote accounting- en monitoringschandalen die dreigden te leiden tot een hele stevige reactie van de regulator. De UK Code - en in navolging daarvan andere Corporate Governance codes - werd opgezet om ondernemingen in de lead te zetten bij het verspreiden van ‘best practice’ in ondernemingsbestuur om daarmee de eigen sector gezond te houden. Door het nemen van eigen verantwoordelijkheid voor de gezondheid van de sector, was de gedachte, kon een hardere reactie in de vorm van 'hard law' buiten de deur gehouden worden (Veldman and Willmott, 2016).

In die zin vervult ook de Nederlandse Code een bijzondere rol. De Code communiceert de ‘state of the art’ en internationale 'best practices' ten aanzien van het debat in Nederland en internationaal rondom Corporate Governance. De rapportage die gevraagd wordt door de Commissie is daarom bepaald geen ‘tick-box exercise’, maar een uitnodiging om actief na te denken over en te reflecteren op de wijze waarop de onderneming zich verhoudt tot veranderingen in het corporate governance debat. Een belangrijk voorbeeld is de toenemende oriëntatie op stakeholdersbelangen en langetermijn waardecreatie in het Nederlandse landschap en in de Europese Green Deal (Lokin and Veldman, 2019), maar bijvoorbeeld ook het toenemende belang van cybersecurity.

Zelfregulering

De derde reden waarom een gebrek aan een actieve betrokkenheid problematisch is, is dat de Code een belangrijk onderdeel is van een reguleringslandschap dat in eerste instantie is gericht op zelfregulering. De Commissie laat niet na dit in ieder rapport te vermelden. In grote crises, zoals na 2001 en in 2008, is er steeds opnieuw naar internationale corporate governance codes gekeken, waardoor ‘hard law’ een beperkte rol is blijven spelen. Inzet op de ‘spirit’ van de Code is daarmee direct gekoppeld aan het communiceren van goede ‘corporate citizenship’, waardoor zelfregulering van de sector gehandhaafd kan worden. Omgekeerd is een slappe inzet op de ‘letter’ van de Code door procesmatige rapportage en het gebruik van boilerplate teksten een snelle manier om zelfregulering onder druk te zetten.

Meer aandacht 

Hoewel het vaak vooral de Commissie lijkt te zijn die zich druk maakt om de naleving van de Code, is de wijze van rapportage uiteindelijk een probleem van het Nederlandse bedrijfsleven. De Nederlandse Code geeft alle middelen in handen aan ondernemingen om kennis te nemen van internationale en Nederlandse ‘best practice’ en om te reflecteren op grote veranderingen in het corporate governance landschap. Een gebrek aan inzet op de geest van de Code roept ieder jaar weer de vraag op of het Nederlands bedrijfsleven zich wel actief wil gedragen als een ‘corporate citizen’, of het zich wel actief kan en wil verhouden tot (inter-)nationale best practices en grote transities en of het in staat is om zichzelf zo te organiseren dat het de eigen sector gezond kan houden door middel van zelfregulering. Om deze redenen is het tijd dat er meer aandacht komt voor de geest van de Code.

Lees het Monitoring Rapport over boekjaar 2020 op de website van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code. 

 

 

Bron: nieuwsbrief Nyenrode Corporate Governance Instituut, december 2021.

 

Artikelen en columns gepubliceerd op de website en in de nieuwsbrief van het NCGI weerspiegelen niet per definitie een algemene visie van het NCGI, maar worden door auteurs op persoonlijke titel geschreven. Reageren kan via ncgi@nyenrode.nl.

 

Nyenrode Nieuwsbrief

Nyenrode deelt kennis met nieuwsgierige professionals. Abonneer je op News@Nyenrode voor al het Nyenrodenieuws.