“Ik probeer studenten op alle manieren te activeren”

Jordi den Ouden is Docent van het Jaar in de Bachelor Accountancy

Gepubliceerd: 9 februari 2024

Categorie: Onderwijs

“College geven is mijn hobby, na een collegereeks ga ik fluitend naar huis.” Jordi den Ouden vindt doceren “gewoon heel leuk”. En hij is er goed in. Programma-manager Melissa Tolman verraste hem met zijn uitverkiezing tot docent van het jaar in de Bachelor of Science in Accountancy van Nyenrode Business Universiteit. Melissa: “We waarderen het enorm dat je je voor verschillende leerjaren inzet. Studenten vinden je een prettige docent, en ook wij als programma-management en kerngroep ervaren een fijne samenwerking met jou. Je bent welverdiend docent van het jaar!”

Eigenlijk ondernemer

Jordi is binnen de Bachelor docent bij alle vakken op het gebied van Financiering, en afgelopen jaar begeleidde hij ook accountancystudenten bij hun introductie op de universiteit. Hij geeft ook college aan een aantal andere instellingen, zoals de masteropleidingen van de Haagse Hogeschool en de Rijksuniversiteit Leiden. Het doceren doet hij erbij, want eigenlijk is hij ondernemer: “Ik heb een fusie- en overnamepraktijk, ik adviseer bij overnames en ook bijvoorbeeld bij conflicten tussen aandeelhouders en doe soms een due dilligence onderzoek. Ik heb dus bij verschillende soorten transacties een faciliterende rol.”

Duidelijk en levendig

Zijn ervaring in de financiële wereld neemt hij mee in het onderwijs: “Ik probeer altijd zoveel mogelijk praktijkvoorbeelden te gebruiken. Bij mijn colleges laat ik veel grafieken en aantrekkelijke plaatjes zien om de stof duidelijker en levendiger te maken. Ik zou bijvoorbeeld kunnen zeggen ‘de inflatie is in mijn leven nog nooit zo hoog geweest als afgelopen jaar’, maar dat zegt studenten niets. Als ik met een grafiek over 100 jaar laat zien dat het ook in het leven van hun opa en oma nog nooit zo hoog is geweest, dan gaat het meer voor ze leven.”

Stroopwafelfabriek

“Ik neem studenten mee in actuele data in plaats van de tabellen uit het boek. Of ik probeer iets toe te passen op een Nederlandse onderneming,” vertelt Jordi. Daarbij put hij ook uit eigen ervaring, bijvoorbeeld als commissaris bij een stroopwafelfabriek, een familiebedrijf dat bijna 135 jaar bestaat: “Daar hebben we veel last gehad van de grondstofprijzen die twee jaar geleden acuut begonnen te stijgen, en de gasprijs die twaalf keer over de kop ging. Als ik daarover vertel krijgen studenten een beeld van de impact die zoiets heeft op een onderneming en de ondernemer.”

Je hoeft niet alles zelf te doen

Hij is ook nog gedeeld eigenaar van een paar andere ondernemingen waar hij de rol van CFO vervult. Hoe combineert hij dat allemaal? Jordi: “Het is veel, maar het dwingt je om heel efficiënt te werken. En je hoeft ook niet alles zelf te doen. Ik heb bijvoorbeeld samen met een compagnon een machinefabriek gekocht, die molens maakt voor bierbrouwers, om mout mee te malen. Daar ben ik financieel directeur. Dat kan ik met een dag in de week wel runnen, want daar werken mensen die heel goed zijn in hun werk en die weinig sturing nodig hebben.”

Hard zwoegen

In de collegezaal is dat anders: “Daar sta ik vrij hard te zwoegen. Ik probeer de studenten op alle manieren enthousiast te maken en te activeren. Ik vind het heel leuk om te vertellen over alles wat ik interessant vind in de wereld. Je kan mij ook voor een groep van 1000 man zetten, dat maakt me niet zoveel uit. Maar in kleinere groepen heb je wel meer interactie. Dat leidt tot betere colleges omdat studenten ook vragen stellen, en hun eigen ervaringen delen of met heel specifieke voorbeelden komen uit de media. Daar wordt het college dynamisch van.”

Uitweiden

Door zijn ervaring met fusies en overnames heeft hij in veel verschillende branches meegekeken. Ook dat helpt hem in de colleges: “Als iemand iets wil weten over een uitgeverij, of een supermarkt of een IT-bedrijf, daar kan ik altijd wel iets over vertellen: wat er specifiek is aan die sector. Je kunt met mij dus een stukje uitweiden. Daardoor wordt het college breder, maar blijft er soms iets minder tijd over om met sommetjes te oefenen.”

Vlieguren maken

“Zeker in het eerste vak, Financiering 1, is het belangrijk dat studenten dat veel doen, sommen oefenen,” vindt Jordi. Dit is dan ook zijn belangrijkste tip voor studenten: “Je moet vlieguren maken. Er worden zoveel vragen gesteld in het tentamen. Je moet de snelheid hebben om die binnen de tijd te kunnen beantwoorden. In Financiering 2 zit al veel meer interpretatie, daar moet je echt begrip ontwikkelen en verbanden leggen. Daarvoor heb je wel die basis nodig: weten wat je rekenkundig moet doen, zodat je vervolgens daarin kunt door redeneren.”

Onzekerheid en weerstand

Het vakgebied economie is een beetje hybride, zegt hij: “Het is enerzijds exact maar aan de andere kant heel gevoelsmatig. Je moet kunnen spelen met concepten. Finance houdt zich vooral bezig met de toekomst: daarin zit veel onzekerheid. Je kunt eigenlijk nooit een exacte som maken, want niemand kan de toekomstige kasstromen voorspellen. Accountancystudenten zijn gewend om naar het verleden te kijken, ze willen rekenen naar een absolute waarheid. Soms stuit het op weerstand bij ze, om sommen te maken waar zoveel onzekerheden en aannames in zitten. Dat zal in dit vakgebied nooit veranderen, ze zullen moeten leren omgaan met onzekerheid.”

Laat jonge accountants ervaring opdoen

Accountants krijgen meestal pas later in hun carrière te maken met de onderwerpen van het vak Financiering, vertelt Jordi: “Bijvoorbeeld als een ondernemer zijn bedrijf verkoopt of een andere onderneming erbij koopt. Dan schuift vaak een partner van het accountantskantoor aan, want die vindt het ook heel leuk om met dat soort zaken te werken.” Hij roept partners op om hun jongere collega’s mee te nemen naar zulke gesprekken: “Het verbreedt heel erg hun blik als zij daar ook een bijdrage aan kunnen leveren. Laat ze gewoon die ervaring opdoen, voor je het weet pikken ze het op.”

Jordi den Ouden en Melissa Tolman