Netherlands First?? Nederland in een globaliserende economie

Verslag Executive Session 2018, New Board Program

29 juni 2018
Onderwijs

Waar ligt de kracht (en de zwakte) van de Nederlandse economie, hoe beschermen we onze vitale infrastructuur en bedrijven tegen (Chinese) investeerders, moeten we de dividendbelasting nou wel of niet afschaffen en hoe belangrijk is de Europese Unie als platform voor verdere groei? De stand van het land volgens de Executive Session 2018 van het New Board Program.    

Tien jaar na de financiële crisis. Een mooi moment om de balans op te maken: waar staat Nederland in een sterk veranderende wereld, die wordt beheerst door polarisatie, populisme, protectionisme en politieke verdeeldheid? Ruud Kok, Director Board & Governance Programs van Nyenrode Business Universiteit, haalt de Amerikaanse denker Francis Fukuyama aan in zijn opening van de Executive Session 2018 van het New Board Program. Er lijkt weinig steun meer voor diens stelling dat de val van de Berlijnse muur de universele overwinning van de Westerse liberale democratie en daarmee het einde van de ideologische evolutie en de menselijke geschiedenis inluidde. Twee decennia later ligt alles weer op de schop. Hoe moet Nederland positie kiezen en de eigen belangen verdedigen in die globaliserende economie? Oftewel: Netherlands First??, met een knipoog naar Trumps uitspraak America First en het hilarische Netherlands Second-filmpje van tv-maker Arjan Lubach.

(In)polderen

Jaap Koelewijn, hoogleraar Corporate Finance Nyenrode Business Universiteit, neemt de ruim honderd deelnemers en alumni van het New Board Program mee terug naar het jaar 1581: de publicatie van het Plakkaat van Verlatinghe, waarmee de Nederlandse Staten-Generaal de macht van de Spaanse koning Filips II verbeurd verklaarde. Koelewijn: ‘Dat is heel Nederlands, tegen de baas zeggen: U kunt wel gaan.’ Die lokale autonomie vormt samen met decentraal gezag en onderling vertrouwen de basis van ons economische succes. ‘We hebben geen poldermodel, omdat we polders hebben, maar andersom’, aldus Koelewijn. De overheid is niet tegen de burger, maar van en voor de burger. Particulier initiatief gaat hand in hand met een faciliterende overheid, ondersteund door een goede (financiële) infrastructuur en rechtszekerheid. Die combinatie trekt buitenlandse investeerders aan en heeft geleid tot een sterke mondiale positie in handel, voedsel, logistiek en internetfaciliteiten. ‘Als er een bom op Amsterdam valt, zit de wereld zonder internet’, aldus Koelewijn.

Kwetsbaar door lange balansen

Maar is er ook trouble in paradise: Nederland zit weliswaar (weer) in de top van rijke landen, maar moet op een aantal terreinen een flink aantal landen boven zich dulden. We besteden minder dan vergelijkbare landen aan R&D en we zijn als infrastructureel knooppunt meer gericht op ‘dozenschuiven’ dan op het creëren van hoogkwalitatieve werkgelegenheid. Koelewijn hanteert zijn eigen ‘snelwegindicator’ voor economische groei: aantal en duur van de files, ‘plus het aantal busjes met daarop in het Pools de tekst: Wil jij onze collega worden?’ De Nederlandse economie is ook kwetsbaar door lange balansen: jonge gezinnen hebben hoge schulden door eigenwoningbezit, tegenover 1300 miljard euro aan pensioenvermogen en een spaaroverschot. ‘We zijn rijk, maar daardoor ook gevoelig voor schokken’, aldus Koelewijn. ‘We moeten meer investeren en minder sparen.’

Koopman en zedenprediker

Desondanks gaat het goed met Nederland, vinden de meeste deelnemers in de zaal. Het merendeel van de opgestoken stemkaarten voor deze stelling is groen. ‘De jongere generaties zullen het echter nooit meer zo goed krijgen als de onze’, werpt een deelnemer tegen. Een andere deelnemer wijst op de groeiende tweedeling in de samenleving tussen hoog en laag opgeleid en autochtoon en allochtoon. Daarna kleurt de zaal juist rood. Bijna niemand is het eens met de stelling: De dominee lijkt het te winnen van de koopman. Commerciële belangen gaan nog steeds boven morele afwegingen, klinkt het uit de zaal. ‘Maar bedrijven geven zich wel meer rekenschap van maatschappelijke druk’, aldus Koelewijn. ‘De koopman is tegenwoordig soms in het gezelschap van een zedenprediker.’

Staatsgeheimen ‘verkocht’

Nederland heeft altijd een open economie gekend. Een beetje té open, vindt de politiek, nu buitenlandse investeerders bij Nederlandse ondernemingen aan de poort rammelen en vooral de Chinese overnamemotor op stoom komt. Het Regeerakkoord werpt een dubbele beschermingswal op. Allereerst een wettelijke bedenktijd van 250 dagen voor beursgenoteerde ondernemingen bij een vijandig bod. Daarnaast zouden bedrijven uit vitale sectoren alleen met een actieve goedkeuring van de overheid mogen worden overgenomen. Claartje Bulten, hoogleraar Ondernemingsrecht aan de Radboud Universiteit, schetst de aanleiding voor het debat over het beschermen van de nationale veiligheid: de destijds dreigende Mexicaanse overname van KPN. Daardoor zou ook de hulpdienst 112 in buitenlandse handen komen. Een ander voorbeeld is de Britse overname van Fox IT, dat telefoon- en emailverkeer van Nederlandse ministers versleutelt. ‘Het is natuurlijk niet de bedoeling dat ze in Engeland onze staatsgeheimen kunnen nalezen.’  

Overnames verbieden of terugdraaien

Dit soort ‘James Bond’-verhalen leidde tot een roep om maatregelen om de nationale veiligheid te beschermen. De Nederlandse regering heeft inmiddels een vitale infrastructuur benoemd, met elf sectoren waarin verstoring kan leiden tot ‘maatschappelijke ontwrichting’: energie en water, maar ook bijvoorbeeld telecom, financieel en chemie. Inmiddels ligt er een wetsvoorstel voor een meldplicht van overnames in de telecomsector, die de overheid kan verbieden of terugdraaien, als deze de nationale veiligheid bedreigen. ‘Ook al gaat het om een beursgenoteerde onderneming’, waarschuwt Bulten. Het wetsvoorstel vormt de blauwdruk voor regulering in alle elf sectoren. Ook internationaal is sprake van een explosieve groei van wet- en regelgeving.

Even het Elysée bellen

Die regelzucht heeft alles te maken met de angst voor de Chinese opkopers. ‘Men is bang dat achter de schermen de Chinese staat aan de touwtjes trekt’, aldus Bulten. Maar ook het toenemende protectionisme speelt een rol. ‘Dat leidt tot oprekking van een fluïde begrip als nationale veiligheid om nationale kampioenen te kunnen beschermen.’ Amerika is er sterk in, net als Frankrijk, schetst Bulten. Dat gaat vaak buiten wet- en regelgeving om. ‘De CEO en de president-commissaris van Franse bedrijven hebben altijd op dezelfde school gezeten als de politici. Dus die bellen bij een ongewenste overnamepoging met het Elysée. Dat maakt de CEO van de belager vervolgens duidelijk wat er gebeurt als hij zijn overnamepoging doorzet: de inspectie en stakende vakbonden op zijn dak.’    

Marktmechanisme geblokkeerd?

Aan de tafels wordt verder gediscussieerd. Is ernstig verlies van werkgelegenheid of kennis ook een aantasting van de vitale infrastructuur? Het eerste niet, het tweede mogelijk wel, luidt de communis opinio. Een deelnemer: ‘Nederland heeft een smalle kenniseconomie, daar moeten we zuinig op zijn. Door de overname van Organon bijvoorbeeld is veel kennis verloren gegaan.’ Maar is dat vitale infrastructuur?, vraagt een ander zich af. ‘Er zijn ook andere manieren dan het oprekken van de nationale veiligheid om kennis voor Nederland te behouden.’ En een derde: ‘Blokkeer je zo niet het marktmechanisme?’ Aan een andere tafel wordt betoogd dat een buitenlandse overname met goede waarborgen ook juist kennisuitwisseling en creativiteit kan stimuleren. Bijna niemand is het eens met de tweede stelling: ‘Iedere overname door een buitenlandse investeerder zou aan een toetsing door of namens de overheid onderworpen moeten worden.’ Inmenging van de overheid in een commerciële onderneming wordt onwenselijk gevonden en er wordt gewezen op het risico van bureaucratie.   
 

Roep om fiscale transparantie

Nederland wil zich beschermen tegen opdringerige buitenlandse investeerders, maar trekt die aan de andere kant ook aan, bijvoorbeeld met het voorstel om de dividendbelasting af te schaffen. Marnix van Rij, lid Eerste Kamer en global leader family business bij EY, is voorstander: ‘Anders vertrekken de hoofdkantoren van internationale bedrijven uit Nederland, terwijl die heel belangrijk zijn voor het behoud van R&D.’ In de verhitte discussie over dividendbelasting is er veel kritiek op de afspraak die de overheid met Shell maakte bij de samenvoeging van de Nederlandse en Britse moedermaatschappij: door een constructie via kanaal-eiland Jersey hoeven aandeelhouders van de voormalige Britse moeder in Nederland geen dividendbelasting te betalen. Ondanks transparantie over de regeling, ligt het bedrijf toch onder vuur. Het typeert de ommezwaai in belastingland die Van Rij schetst: na de financiële crisis – waarin de belastingbetaler de rekening kreeg gepresenteerd voor de nationalisering van banken - uit de driehoek pers, publiek en politiek veel kritiek op belastingontwijking. Het leidde tot een explosie van internationale regelgeving. Van Rij: ‘De inkt van een wetsvoorstel is amper droog, of er komt alweer een wijziging. De transparantieagenda dreigt door te slaan. We nemen niet meer de tijd om regels goed in te voeren, te handhaven en te evalueren.’

‘Paul Polman moet over belastingbeleid Unilever praten’

De reactie van het bedrijfsleven op alle kritiek is te defensief, vindt de senator. Negen CEO's van grote bedrijven hebben zich inmiddels verenigd in het B-team (plan A = winst maken, plan B = meervoudige waardecreatie: people, planet, profit). Het team maakt zich onder meer sterk voor een verantwoord belastingbeleid en transparantie naar de stakeholders. Dat is echter niet genoeg, aldus van Rij: ‘Bedrijven moeten veel duidelijker maken dat ze verantwoord willen omgaan met hun belastingbeleid. CEO's moeten positie kiezen, net als destijds met het thema duurzaamheid. Paul Polman moet vaker over het belastingbeleid van Unilever praten.’ De politiek moet ook een antwoord vinden op de internationale kritiek op Nederland als belastingparadijs, onder meer door ongewenste geldstromen via brievenbusfirma’s aan te pakken. Van Rij: ‘Maar we moeten het kind niet met het badwater weggooien.’ En: ‘Nederland is vaak te braaf bij het uitwisselen van rulings.’               

‘Laat de vervuiler betalen’

Moet de dividendbelasting worden afgeschaft, omdat deze het internationale tax level playing field verstoort? Ruwweg twee derde van de zaal is het eens, een derde oneens. Tijdens de tafeldiscussies worden de meningen verder uitgediept. De voorstanders van afschaffen: het is oneerlijke concurrentie en we moeten de hoofdkantoren zien te behouden. Een tegenstander: ‘Laat Nederlandse pensioenfondsen meer aandelen in Nederlandse bedrijven nemen, dan verminderen we onze afhankelijkheid van buitenlands kapitaal.’ En het typisch Nederlandse compromis: ‘Kunnen we de dividendbelasting niet halveren?’ Met de tweede stelling is bijna iedereen het eens: ‘De discussie zou moeten gaan over de total tax exposure en niet alleen over winstbelasting. ‘De focus moet verschuiven van directe naar indirecte belastingen: laat de vervuiler betalen’, betoogt een deelnemer. Dat kan op instemming in de zaal rekenen. Aan een van de discussietafels wordt doorgepraat over de koppeling van het belastingbeleid aan corporate responsibility: ‘Je kunt niet én een bijdrage willen leveren aan de maatschappij én belasting ontwijken.’     

Giftige cocktail

Jeroen Dijsselbloem, voormalig minister van Financiën en voorzitter Eurogroep, hoopt dat Nederland de deur niet dichtgooit bij de EU-plannen voor belastingharmonisatie. ‘Dat zou ons imago geen goed doen.’ En over de afschaffing van de dividendbelasting: ‘De afgelopen jaren is de koopkracht nauwelijks gestegen, terwijl de belastingdruk van bedrijven juist nauwelijks is toegenomen. Dat roept vragen op over het sociale contract in onze samenleving. Samen met de vraag naar economische en maatschappelijk perspectief en de migratieproblematiek vormt dat een giftige cocktail. Het afschaffen van de dividendbelasting raakt aan een fundamenteel gevoel van onrechtvaardigheid. Het is een prisoner’s dilemma: een gelijk concurrentieveld versus een morele plicht om het maatschappelijke gevoel van onrechtvaardigheid te adresseren.’

Herdefiniëren nationale belangen

Europa is het platform waarop we moeten acteren, betoogt Dijsselbloem. Niet alleen op het gebied van tax, maar ook bijvoorbeeld bij financieel beleid. ‘In de eerste jaren van de crisis ging elk land zijn eigen banken redden. Het herstel zette pas in na gezamenlijke actie.’ Met de crisis ontstond echter ook de Euroscepsis: burgers die zich afvroegen of Europese samenwerking nog wel bijdroeg aan de welvaart, of juist een risico vormde, versterkt door de migratieproblematiek. ‘We hebben Schengen ingevoerd, maar niet de buitengrenzen beschermd, we hebben de euro ingevoerd, zonder het bouwen van een solide financiële unie.’ Uitdagende thema’s als migratie, klimaatproblematiek en verschuivingen op het wereldtoneel, zoals het protectionisme van Trump en de opkomst van Chinese investeerders, vragen echter meer dan ooit om Europese samenwerking en een herdefinitie van nationale belangen, aldus Dijsselbloem. ‘Nederland kan het handhaven van een krachtige economie niet meer alleen. Europa is ons platform, of we dat nu leuk vinden of niet.’

‘Nederlanders worden als Fransen’

Europa moet internationaal ook sterker de leiderschapsrol op zich nemen, vindt Dijsselbloem. Een mooi voorbeeld is de Europese privacywetgeving. ‘Je ziet dat Amerikaanse bedrijven zich daar nu ook op gaan richten.’ Binnen de EU ziet Dijsselbloem landen soms veranderen van positie, bijvoorbeeld bij de bescherming van nationale kampioenen. ‘Wij zijn in Nederland als de Fransen aan het worden en de Fransen worden juist meer Nederlands: die verkopen een deel van de staatsbedrijven om de opbrengst in R&D te kunnen investeren.’ Maar ook bij de bescherming van bedrijven en handelsbelangen ziet Dijsselbloem weer de noodzaak van een Europees platform: ‘De Chinezen kopen vooral technologiebedrijven. We moeten voorkomen dat alle innovatie uit Europa verdwijnt. Dat gaat verder dan beschermingsconstructies, ooit zullen we een Europees investeringsverdrag met China moeten sluiten.’

Pitch 1: Speerwerpen

Tot slot houden vier deelnemers aan het New Board Program een elevator pitch van 90 seconden voor het panel van de vier sprekers en de zaal: Wat moet Nederland doen om ook in de toekomst succesvol te zijn? Joop Brakenhoff, hoofd Internal audit van Heineken, nodigt de regering uit om te gaan ‘speerwerpen’: ‘Benoem de speerpunten: Hoe moet Nederland eruitzien over twintig jaar? Hoe kunnen we duidelijk maken aan onze kinderen wat daarvoor nodig is? En: Wat kunnen wij doen om daarbij te helpen?’ De overheid kan toekomstige groei faciliteren en coördineren, maar de markt moet wel het werk blijven doen, reageert Koelewijn. Van Rij wijst op het effect van digitalisering op de arbeidsmarkt als speerpunt: ‘Mensen zijn bang voor het verlies van hun baan, maar digitalisering schept ook nieuwe werkgelegenheid. De sociale gevolgen moeten in goede banen geleid worden.’

Pitch 2: Kennis ontwikkelen en delen  

De tweede pitch is van Anja de Bree, chro van bloemenveiling FloraHolland.  Ze pleit ervoor dat Nederland meer kennis met de wereld gaat delen op het gebied van logistiek, watermanagement en technologie’, ‘met passie en mededogen’. Verder pleit ze voor maximale investeringen in innovatie en onderwijs. ‘Die twee dingen zouden me trots maken.’ Het spreekt SER-kroonlid Bulten aan: ‘Het gaat om lange lijnen, waar we met elkaar achter staan: wie willen we zijn als land en hoe willen we dat overdragen aan andere generaties?’ Koelewijn vindt dat er dan ook iets aan onze afrekencultuur moet veranderen: ‘Bij het faillissement van een duurzaam bedrijf dat knijplampen maakte voor ontwikkelingslanden, verschenen er meteen zure stukjes in de krant. De foutentolerantie in de samenleving moet terug.’  

Pitch 3: Slim inkopen voor meer innovatiekracht

Jil Ligterink, directeur bij VolkerInfra, stapt naar voren voor de derde pitch. ‘Pak als overheid de regie op het gebied van innovatie en duurzaamheid’, betoogt hij. ‘Door de huidige politieke versnippering gebeurt dat te weinig.’ Volgens Van Rij gaat het vooral om consistentie: goed innovatiebeleid en dat volhouden. ‘De Amerikaanse overheid draagt op die manier bij aan de innovatiekracht van de VS.’ Het tweede punt uit de pitch: ‘Koop als overheid slim in om innovatie te bevorderen en kijk niet alleen naar prijs.’ Dat laatste spreekt Dijsselbloem aan: ‘De overheid moet het inkoopproces zo inrichten dat innovatie uit de samenleving naar boven kan komen.’

Pitch 4: Meer publiek-private samenwerking en investeren in cybersecurity

Tot slot de vierde pitch, door Wilma van Dijk, Directeur Safety, Security & Environment, Amsterdam Airport Schiphol. Haar betoog: economische groei kan niet zonder publiek-private samenwerking, en: investeer als overheid meer in cybersecurity. ‘Engeland en Frankrijk besteden daar honderden miljoenen meer aan dan wij.’ Bulten erkent het belang van het tweede punt: ‘Sommige partijen sluiten vijftien hackers met pizzadozen op in een kamer om datasystemen te kraken. Tegen die gevaren moeten we ons beter beschermen.’

Voordat hij de vloer geeft aan een moderne Jan Klaassen en Katrijn voor de ludieke wrap-up, besluit Ruud Kok met twee opmerkingen. Allereerst de noodzaak om in een tweehonderd jaar jonge staat als Nederland opnieuw de vraag te stellen hoe democratie en solidariteit zich verder moeten ontwikkelen. Hij wijst verder op het initiatief om de Olympische Spelen in het jaar 2032 naar Nederland te halen. Tja, dáár zou Nederland natuurlijk graag op de eerste plek komen: als organiserend gidsland en als sportnatie op het erepodium: Netherlands First!!   

De belangrijkste leerpunten:


•    Lokale autonomie vormt samen met decentraal gezag en het rechtsstelsel onderling vertrouwen de basis van ons economische succes. De overheid faciliteert en coördineert.

•    Er zit te veel geld in hypotheken en pensioenpotten. We moeten minder sparen en meer investeren om financieel minder kwetsbaar te worden.

•    De grens tussen het beschermen van de vitale infrastructuur en protectionisme vervaagt. Soms wordt het begrip nationale veiligheid opgerekt om nationale kampioenen zelf in handen te houden.

•    Bedrijven reageren te defensief op de kritiek op belastingontwijking. Ceo’s moeten duidelijker maken dat ze verantwoord willen omgaan met tax.

•    Nederland kan een krachtige economie niet langer alleen handhaven. Europa is het platform voor economisch, financieel en maatschappelijk beleid, ‘of we dat nu leuk vinden of niet’. 


Bron: nieuwsbrief Nyenrode Corporate Governance Instituut, juni 2018.

Artikelen en columns gepubliceerd op de website en in de nieuwsbrief van het NCGI weerspiegelen niet per definitie een algemene visie van het NCGI, maar worden door auteurs op persoonlijke titel geschreven. Reageren kan via ncgi@nyenrode.nl.

Nyenrode Nieuwsbrief

Nyenrode deelt kennis met nieuwsgierige professionals. Abonneer je op News@Nyenrode voor al het Nyenrodenieuws.