Governance ten tijde van een wereldwijde crisis

23 maart 2020
Opinie

Ik hoop dat deze nieuwsbrief je bereikt in goede gezondheid, zowel voor jezelf als voor je naasten. Het zijn bizarre tijden. Vergelijkingen gaan mank, ook al kunnen we niet zeggen dat dit geheel onverwacht was. Ja, het moment waarop zeker, maar we hebben eerdere potentiële pandemieën gehad (SARS, Mers, Ebola, etc.) en ik heb persoonlijk het gevoel dat we de lessen daarvan als samenleving niet voldoende getrokken hebben. Nu is het aan ons allen om te zorgen dat we ook deze crisis overwinnen en zorgen voor een betere voorbereiding voor een eventuele volgende. Helaas zal dit niet de laatste in de geschiedenis van de mensheid zijn.  

Nu is het zaak dat de crisisplannen robuust gebleken zijn. Zoals een oud-militair weet, het plan sneuvelt als eerste zodra de vijandelijkheden uitbreken. Desalniettemin helpt het zeker om zo’n plan te hebben ook al zal blijken dat er het nodige in ontbrak.  Elke crisis is – net zoals elke oorlog - net weer anders. Ik zie in de organisaties waarop ik toezie dat er veel goed gaat. Nu is goed gaan relatief als je toeziet op een verzekeraar en een pensioenfonds, er gebeurt in financiële zin heel veel. Organisatorisch loopt het best goed. Crisisteams blijken te werken, de communicatie kan prima via telefoon en online tools, thuiswerken kan ook en de creativiteit en het innovatief vermogen blijkt groot te zijn. Het beste komt in mensen boven. Als toezichthouder kijk je toe en geef je raad en waar mogelijk steun aan een bestuur dat onder grote druk staat. Dat die druk te groot kan zijn, is af te lezen aan het aftreden van minister Bruins. Leiderschap wordt tot het uiterste getest.

Langetermijneffecten

Wat belangrijk is, is dat in de hectiek van alledag ook zo nu en dan wordt stilgestaan bij de vraag: ‘Wat gebeurt er eigenlijk? En doen we de goede dingen, niet alleen voor vandaag, maar ook voor morgen?’ Immers, als de kruitdampen zijn opgetrokken en we weer een beetje tot onszelf kunnen komen, kan blijken dat we maatregelen getroffen hebben die zo ingrijpend waren dat we ook dan een probleem hebben. Ik geef een voorbeeld. Als hoogleraar op een universiteit doen we nu veel aan online onderwijs. Dat is uiteraard geweldig en dat kon weliswaar al lang, maar nu komt dat in een stroomversnelling. De vraag is of daarmee het businessmodel van een universiteit zodanig wordt veranderd dat terug naar vroeger geen optie meer is. Of dat erg is laat ik in het midden, maar nadenken over de langere termijn effecten van besluiten is zeker aan te raden, juist in tijden als deze. Dat is natuurlijk ingewikkeld omdat de crisis vraagt om snel schakelen. Voor een toezichthouder die net wat meer op afstand staat kan dan een goede rol zijn weggelegd om los van de waan van de dag toch die vragen te stellen die gericht zijn op morgen. Ook lessen trekken uit wat er nu gebeurt is belangrijk. Wat ging goed en wat kan de volgende keer beter?

Vragen ter overdenking

Dat de impact van deze crisis groot zal zijn staat voor mij als een paal boven water. Niet alleen zullen generaties na ons er nog lang over spreken, maar ook de mogelijke consequenties op een aantal terreinen zijn fors en soms goed. Ik geef je een aantal vragen ter overdenking mee:

  • Hoever mag een overheid gaan in het volgen van haar onderdanen, zie China? De technologie is er en wordt ook al volop gebruikt. Het OLVG ontwikkelt een app waarmee we kunnen testen of we corona hebben en waarmee nagegaan kan worden hoe het met de verspreiding van het virus gaat. Aan deze toepassingen zitten allerlei ethische aspecten vast en daarop moeten we wel een antwoord vinden, liefst voordat het te laat is;
  • Supply chains bleken wel zeer afhankelijk te zijn van just in time delivery; ook bleken we zeer afhankelijk van China en India te zijn, tijd voor re-shoring van sommige vitale zaken. De mondkapjes bleken niet voldoende op voorraad te zijn en het opschalen van intensive care-afdelingen is ingewikkeld omdat de apparatuur ontbreekt en niet snel geleverd kan worden;
  • 3-D printen bleek gelukkig een oplossing voor het produceren van vitale beademingsmaterialen, kan dat niet vaker worden toegepast en wat betekent dat dan?
  • Samenwerking blijkt noodgedwongen toch een stuk beter te gaan dan we dachten, verschillen worden opzijgezet en daar waar we vaak in wij-zij termen dachten over af te sluiten contracten is het ook mogelijk gebleken zonder vooraf opgestelde dikke contracten tot goede en aanvaardbare oplossingen te komen. Vertrouwen geven blijkt dus best goed te kunnen werken;
  • Solidariteit krijgt ook een nieuwe betekenis. We zitten er echt samen in en dan blijkt uit die hernieuwde solidariteit ook veel goeds te komen. Sterker nog, sommige producenten blijken producten voor een veel lagere prijs te willen leveren en soms zelfs gratis;
  • Voor het klimaat is wat nu gebeurt een opsteker. Thuiswerken blijkt te kunnen en dus zou het zomaar kunnen zijn dat kantoren niet meer in die omvang nodig zijn. Wat betekent dat voor deze markt en de panden die we zelf op de balans hebben staan?;
  • De discussie over de verhouding tussen arbeid-kapitaal en publiek-privaat komt ook weer in een ander daglicht te staan. We blijken niet zonder elkaar te kunnen en ook dat is een constatering die ons kan helpen om ook die dimensies weer eens opnieuw te ijken. Aandeleninkoopprogramma’s gaan op de helling en dik betaalde bonussen komen nu wel wrang over als er vervolgens ontslagen vallen en steun aan de belastingbetaler wordt gevraagd. Gaan we mensen massaal ontslaan of houden we ze al of niet met steun van de overheid aan? En wat te doen met het grote leger zzp’ers? De discussie was er al, maar komt nu met nog meer nadruk op ons radarscherm;
  • Het bouwen van een weerbare en wendbare organisatie en samenleving is belangrijk en dat betekent onder andere dat er een zekere redundantie in systemen aanwezig moet zijn om dat te kunnen garanderen. Te ver doorgevoerde efficiëntie heeft dus soms een hoge prijs zoals we nu in de zorgsector kunnen zien. Ook bedrijven hebben dat inmiddels ervaren, snel omschakelen vergt veel van mensen en de organisatie en daar is vaak niet goed over nagedacht;
  • Innovatie blijkt onder grote druk tot bloei te kunnen komen, maar is het niet verstandig om dat voor te zijn en de vraag te stellen of we wel voldoende aandacht aan innovatie geven?

Deze lijst kan nog veel langer worden en ik nodig u graag uit uw ideeën met ons te delen. Het is immers mogelijk erg belangrijk voor morgen. Intussen wens ik je een goede gezondheid toe. Hou het hoofd koel en blijf optimistisch, hoe lastig dat soms ook is. Ook dit gaat een keer over. 

Bron: nieuwsbrief Nyenrode Corporate Governance Instituut, maart 2020.

Artikelen en columns gepubliceerd op de website en in de nieuwsbrief van het NCGI weerspiegelen niet per definitie een algemene visie van het NCGI, maar worden door auteurs op persoonlijke titel geschreven. Reageren kan via ncgi@nyenrode.nl.

Nyenrode Nieuwsbrief

Nyenrode deelt kennis met nieuwsgierige professionals. Abonneer je op News@Nyenrode voor al het Nyenrodenieuws.