Onderzoek Nyenrode, RSM en Van Lanschot Kempen: externe omstandigheden in combinatie met overheidsbeleid; Het familiebedrijf kraakt en zucht…

15 februari 2023
Onderzoek

Een onderzoek van Nyenrode Business Universiteit, RSM en Van Lanschot Kempen naar de wijze waarop familiebedrijven geraakt worden door en omgaan met de huidige economische context, die sinds 2022 drastisch is veranderd als gevolg van de oorlog in Oekraïne...

Het familiebedrijf kraakt onder de cocktail van moeilijke externe omstandigheden, en zucht onder de plannen die het kabinet tijdens Prinsjesdag heeft gepresenteerd. De arbeidsmarktkrapte, onzekerheid over de energieprijzen en een hoge inflatie vormen een ernstige bedreiging voor de continuïteit van familiebedrijven. Dat blijkt uit een onderzoek dat Nyenrode samen met RSM en Van Lanschot Kempen verrichtte. Jacqueline sprak met drie van de onderzoekers; prof.dr. Roberto Flören, mr. Laura Bles -Temme namens RSM en drs. Yanka Ditewig RB namens Van Lanschot Kempen.

De arbeidsmarktkrapte is de meest urgente factor voor familiebedrijven (25%), op kleine afstand gevolgd door de stijgende energieprijzen en de onzekere inkoopprijzen (elk 20%). De schaarste aan personeel is een toenemende bedreiging van de continuïteit van onze familiebedrijven. Zorgwekkend is dat 52% van de directeuren van familiebedrijven aangeeft dat de arbeidsmarktkrapte de continuïteit van de productie/dienstverlening van hun bedrijf in gevaar brengt. Een aanzienlijke stijging ten opzichte van de situatie in juni 2022 toen 28% aangaf dat de continuïteit in gevaar kwam. Verder geeft 61% van alle familiebedrijven aan dat hun winstmarge voor de komende twaalf maanden afneemt. Gemiddeld voor alle familiebedrijven met ruim 12%. Daarnaast raken de stijgende energieprijzen de familiebedrijven hard. Voor bijna een derde (31%) van de energie-intensieve familiebedrijven dreigen de stijgende energiekosten te leiden tot het opschorten van een deel van de bedrijfsactiviteiten. Ook heeft 40% van de directeuren van de energie-intensieve familiebedrijven behoefte aan (financiële) steun vanuit de overheid om de gevolgen van de hoge energieprijzen te minimaliseren. 

Wat betekent dit in de praktijk voor familiebedrijven?

Yanka: “De inflatie heeft voor 16% van de familiebedrijven desastreuze gevolgen. Een op zes directeuren van de familiebedrijven vreest voor de continuïteit van hun bedrijf op de langere termijn. Maar liefst 45% van de directeuren geeft aan dat de hoge prijzen van grondstoffen en energie ontwrichtend zijn voor hun bedrijfsmodel. Ook vreest op dit moment 20% van de familiebedrijven voor de continuïteit van hun bedrijf op de langere termijn, terwijl dit in mei 9% was. Ook heeft de aanhoudende hoge inflatie grote, negatieve gevolgen voor de investeringen in innovatie van familiebedrijven. Maar liefst 43% van de directeuren geeft aan dat zij de komende twaalf maanden minder gaan investeren in innovatie, gemiddeld zelfs 36% minder. Voor alle familiebedrijven wordt een afname van 10% verwacht. Ook dit sentiment is de laatste vijf maanden sterk negatiever geworden. In mei 2022 verwachtte 19% van de familiebedrijven een afname in de investeringen in innovatie.” 

De resultaten van het onderzoek zijn niet al te rooskleurig, wat zijn de verwachtingen van de families?

Roberto: “De meeste familiebedrijven hebben geen grote verwachtingen over hulp uit de politiek. 75% van de familiebedrijven vindt dat de op Prinsjesdag gepresenteerde maatregelen onvoldoende aandacht schenken aan de belangen van de Nederlandse familiebedrijven en 63% verwacht dat de gepresenteerde maatregelen negatief uitwerken voor hun familiebedrijf. Een versobering van de BOR zal leiden tot problemen in de betaalbaarheid van de bedrijfsopvolging. Vooral de grotere familiebedrijven met meer dan 50 werknemers, voorzien ernstige problemen op dit gebied. De onzekerheid over de BOR is voor 30% van de familiebedrijven die het bedrijf in de familie willen houden, aanleiding om de eigendom van het bedrijf versneld over te dragen.”

Zijn deze ontwikkelingen recent sterk veranderd?

Roberto: “Ja. In mei 2022 deden wij al onderzoek naar de gevolgen van de inflatie voor het familiebedrijf. Een aantal vragen hebben wij voor het huidige onderzoek opnieuw gesteld aan de leden van het onderzoekspanel. Zeer opvallend en verontrustend is dat de directeuren van de Nederlandse familiebedrijven veel pessimistischer zijn over de gevolgen van de hoge inflatie dan zij aangaven in mei van dit jaar. In mei stelde nog 74% van de directeuren van familiebedrijven dat ze niet vreesden voor de continuïteit van het bedrijf op de langere termijn. In oktober is dat percentage geslonken naar 48%. Sterker nog, een groter percentage van de directeuren, 20% in oktober versus 9% in mei, vreest nu oprecht voor de continuïteit van het bedrijf op de langere termijn vanwege de hoge inflatie. Deze resultaten geven een verontrustend beeld voor de continuïteit van de familiebedrijven.”

Wat verwachten familiebedrijven hierin van de overheid?

Yanka: “Het is duidelijk dat de familiebedrijven graag willen dat hun stem wordt gehoord en dat ze worden ‘gezien’ door het kabinet. Familiebedrijven moeten als ruggengraat van de economie worden gekoesterd. De directeuren hebben dan ook vele hartenkreten geuit richting het kabinet zoals: slacht de kip met de gouden eieren niet, wees zuinig op familiebedrijven en denk aan ‘goed rentmeesterschap’ voor volgende generaties, geef een lange termijn perspectief. Familiebedrijven en MKB zijn 70% van de BV Nederland. Dat is de kern. Ontlast die van elke vorm van verhoging en ondersteun die met alles wat je hebt. En ook een mooi advies aan onze overheid: faciliteer de continuïteitsgedachte van het familiebedrijf. Het is een betrouwbaar fundament onder de kwaliteit van het Nederlandse bedrijfsleven.” 

Wat heeft Prinsjesdag gebracht voor de familiebedrijven?

Laura: “De gepresenteerde plannen lieten het familiebedrijf veelal in onzekerheid of mondden uit in een lastenverzwaring voor het bedrijfsleven. Familiebedrijven krijgen te maken met afschaffing van de doelmatigheidsmarge van 25% in het gebruikelijke loon van de directeur- grootaandeelhouder (DGA). Daarnaast wordt het lage vennootschapsbelastingtarief (Vpb) van 15% naar 19% verhoogd, in combinatie met het verlagen van de schijfgrens naar € 200.000,-. Bovendien wordt het verschil in gecumuleerde belastingdruk op inkomen tussen een werknemer en een DGA, door de wijzigingen in het aanmerkelijk belang-tarief en vennootschapsbelasting, ongeveer 5 procentpunt kleiner. Het kabinet kondigde tijdens Prinsjesdag ook aan dat er in box 2 een schijvenstelsel met twee tarieven komt. Ruim de helft van de directeuren van familiebedrijven (58%) verwacht niet dat zij hun dividendbeleid zullen aanpassen vanwege de introductie van het schijvenstelsel in 2024. Maar voor 30% van de familiebedrijven geldt dat de directeuren verwachten dat zij hun dividenduitkeringen naar voren halen.” (Meer over dit onderwerp leest u in het artikel van BDO op pagina 66 van dit magazine.) 

Kunnen we al wat zeggen over de BOR?

Op dit moment geeft de BOR bij het schenken en erven van ondernemingsvermogen een voorwaardelijke vrijstelling in de schenk- en erfbelasting én een doorschuifregeling in de inkomstenbelasting. De vrijstelling in de schenk- en erfbelasting bedraagt 100% over ca. € 1,1 miljoen en 83% over het meerdere. De doorschuifregeling in de inkomstenbelasting verschuift de acute inkomstenbelasting (momenteel 26,9% in box 2) die door de overdracht van ondernemingsvermogen is verschuldigd, van de schenker/erflater naar de verkrijger. De inkomstenbelasting is dan pas verschuldigd zodra de verkrijger de aandelen vervreemdt. Laura: “Tijdens de presentatie van de kabinetsplannen op Prinsjesdag bleek dat er nog geen concrete plannen voor de BOR geformuleerd zijn. Naar verwachting wordt de BOR versoberd: er is onder meer een goede kans dat de vrijstelling lager wordt of (deels) een invorderingsfaciliteit wordt. Ook de doorschuifregeling is onderwerp van discussie. Vrijwel zeker is dat extern verhuurd vastgoed niet meer zal kwalificeren voor de BOR. Aangekondigd is dat in het eerste halfjaar van 2023 een wetsvoorstel volgt. In de vorige editie van ons magazine vertelde vastgoedfiscalist Aad Rozendal over het mogelijke einde van deze regeling. U leest het artikel hier.

Hebben de familiebedrijven ook adviezen voor elkaar om voor het omgaan met de moeilijke externe omstandigheden?

Yanka: “Zeker. We hoorden wijze lessen zoals het werven en selecteren van personeel op basis van cultuur en karakter in plaats van op ervaring. Ook investeren en meedenken met personeel wordt belangrijk geacht om personeel te behouden. Tegelijkertijd geven de directeuren aan om zich niet gek te laten maken door de waan van alledag. Neem ondanks de krapte geen genoegen met mindere kwaliteit, accepteer dat loonkosten op dit moment hoger liggen, maar geef niet toe aan absurde looneisen. Ook de lange termijnrelaties met leveranciers en klanten worden gekoesterd. Openheid in prijsstelling en prijsstijgingen is belangrijk. Hierbij hoort niet bang zijn om te onderhandelen en over te stappen aan inkoopzijde. Het is belangrijk om alle vaste kosten onder de loep te nemen. Door risico’s in kaart te brengen, kun je tijdig anticiperen en direct maatregelen nemen. Doe geen onnodige investeringen, wees waakzaam op de kosten maar blijf op koers ondanks de onzekerheid. Ook digitalisering en herziening van het bedrijfsmodel is nu aan de orde. De positieve grote lijn is toch wel: mee roeien, blijven innoveren en relaties warm houden.”

Mooie adviezen van familiebedrijven aan elkaar

  • Adapteer aan de situatie en richt daar je bedrijfsmodel op in. 
  • Neem als familiebedrijf je personeel mee in de keuzes die je maakt. Zo bind je personeel. 
  • Koester langetermijnrelaties met leveranciers en klanten.
  • Blijf op koers, ondanks de onzekerheid.
  • Houd langetermijnvisie vast en blijf investeren.
  • Wacht niet op de wind, ga roeien.
  • Laat je bijstaan. Zoek gelijkgestemden op.
  • Rust bewaren en volhouden tot externe omstandigheden zich weer normaliseren. 

Prof. dr. Roberto H. Flören is als RSM hoogleraar familiebedrijven en bedrijfsoverdracht verbonden aan Nyenrode Business Universiteit. Hij is geboren en getogen in een familiebedrijf en heeft de opvolging in het eigen familiebedrijf meegemaakt. Sinds 1992 is hij verantwoordelijk voor het onderzoeksprogramma onder familiebedrijven op Nyenrode. Ook is hij academisch directeur van het Private Wealth managementprogramma op Nyenrode en commissaris bij verschillende familiebedrijven.

Drs. Yanka Ditewig RB is director bij Van Lanschot Kempen en heeft een focus op het familiebedrijf. Zij studeerde Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit en is sinds 2004 werkzaam bij Van Lanschot Kempen. Yanka is daarnaast Register Belastingadviseur en heeft de postdoctorale opleiding Grotius Estate planning afgerond. In haar huidige rol adviseert zij vermogende families, familiebedrijven en DGA’s op het gebied van financiële planning, vermogensstructurering en estate planning en begeleidt zij ondernemende families bij het opstellen van een familiestatuut. 

Mr. Laura Bles-Temme werkt sinds 1994 bij RSM en is tax-partner en leider van de familiebedrijvenadviesgroep binnen RSM. Daarnaast is ze Co-Managing Partner van RSM. Laura studeerde Fiscaal Recht aan de Universiteit van Amsterdam en maakte acht jaar deel uit van het bestuur van de Nederlandse Orde voor Belastingadviseurs. Laura is gespecialiseerd in DGA/familiebedrijvenadvisering, (her)structurering en bedrijfsopvolging, opstellen familiestatuten, en vermogensoverdracht.

Benieuwd naar de opleidingen die Nyenrode biedt? Bekijk hier de Private Wealth Opleidingen.

Dit onderzoek is eerder verschenen bij VANDERSTELT.


Nyenrode Nieuwsbrief

Nyenrode deelt kennis met nieuwsgierige professionals. Abonneer je op News@Nyenrode voor al het Nyenrodenieuws.