‘Leiderschap is willen luisteren en durven beslissen’

Ferdinand - 'zeg maar Ferd' - Grapperhaus over zijn visie op leiderschap in turbulente tijden

22 maart 2022
Onderwijs

Twee maanden na zijn aftreden als minister van Justitie en Veiligheid spreekt Ferdinand Grapperhaus met EW over zijn visie op leiderschap. Hoe kan een minister een goede leider zijn? En wat zijn de valkuilen?

Nadat Ferdinand – ‘zeg maar Ferd’ – Grapperhaus afgelopen januari aftrad als minister is hij bewust uit de openbaarheid verdwenen, om tot rust te komen en zich te beraden op de toekomst. Bij hoge uitzondering staat hij EW te woord. In een telefoongesprek van bijna anderhalf uur spreekt hij openhartig over zijn ervaringen als minister en als topadvocaat, en over zijn uitgesproken visie op leiderschap. Over zijn ambities voor de toekomst houdt hij zich op de vlakte, maar het is duidelijk dat de 62-jarige jurist, bestuurder en publicist veel opties heeft. Al laat Grapperhaus in het gesprek wel doorschemeren dat een nieuwe functie in het openbaar bestuur niet het eerste is waaraan hij denkt.

Een goede leider organiseert tegenspraak

‘Een goede leider kenmerkt zich door te beslissen,’ zegt Grapperhaus stellig. ‘Op basis van wat hij van anderen hoort en meekrijgt: beslissen na goed te luisteren. Een leider moet openstaan voor informatie, de juiste vragen stellen. Je moet tegenspraak organiseren, onder je personeel en je andere informatiebronnen. Maar uiteindelijk is het altijd de leider die beslist. Het gezegde klopt wel: het is soms “eenzaam aan de top”.’

Tegenspraak dulden en durven in te zien dat je fout zit – en dat dan ook nog toegeven… Dat is vast niet makkelijk? Grapperhaus lacht: ‘Zeker niet. Mijn vrouw en ik hebben afgelopen weken veel gewandeld. Ik had een verkeerd pad gekozen, niet goed op de kaart gekeken. Nadat mijn vrouw dat al drie keer had gezegd, zag ik in dat ze gelijk had. Om je geloofwaardigheid te behouden moet je dan toch door de pomp en omkeren.’

Een topadvocaat in de politieke slangenkuil

‘Ik had als minister wel profijt van mijn ervaring,’ herinnert Grapperhaus zich zijn eerste stapjes in politiek Den Haag, in 2017. ‘Maar ik had ook het voordeel dat ik daar nieuw was, dus geen peer group (groep van gelijken, red.) om me heen had, omdat ik nog nooit in de ambtenarij had gewerkt. Je moet als leider altijd oppassen dat je je te afhankelijk maakt van die peer group, want dan ga je jezelf terughoren. Dat had ik in de advocatuur al geleerd.’

Als minister had hij de beschikking over een bureau met de naam Dienst Bestuurlijke Ondersteuning: ‘Dat waren jonge mensen, rond de dertig, overwegend vrouwen, jonge moeders, dus totaal geen peer group. Ik zorgde voor een systeem waarin ze regelmatig heel kritisch met mij om de tafel zaten. Je moet als minister nooit je beslissingen uit handen geven, maar wel een veilig klimaat creëren zodat de mensen met wie je werkt je durven te behoeden voor fouten.’

Grensoverschrijdend gedrag

Grapperhaus is als leider, toen hij advocaat-partner was, maar ook als minister, altijd erg beducht geweest voor ‘grensoverschrijdend gedrag’, waarover tegenwoordig zoveel te doen is. ‘Als je als minister het advies van een medewerker links laat liggen, dan kan dat weleens botsen. Dat mag ook. Maar je moet oppassen voor boze buien of woedeaanvallen, die helpen je leiderschap niet. Juist voor een minister liggen die op de loer, want het werk is veel en stressvol, dus de lontjes zijn algauw wat korter.’

Grapperhaus heeft zich weleens laten gaan. ‘Maar dan had ik de pijnlijke maar cruciale regel: als je toch uit de bocht vliegt, moet je in hetzelfde gezelschap verantwoording afleggen en je excuseren. Zoals de Britse schrijver G.K. Chesterton ooit schreef: There is no private excuse for a public offense  – er is geen één-op-één excuus voor een openbare belediging. De paar momenten waarop ik als advocaat, of als minister, voor een groep verantwoording heb moeten afleggen en ook excuses maakte, weet ik nog goed. Juist daarvoor is die tegenspraak zo belangrijk: zie ik het wel goed?’

Een ander cruciaal aspect van leiderschap, volgens Grapperhaus: ‘Je moet voortdurend bereid zijn om niet alleen te luisteren naar adviezen over inhoudelijke onderwerpen, maar ook over je eigen positie. Je moet weten, en willen weten, hoe anderen over je denken en praten. Ook als dat niet altijd positief of fijn is. Wederom: het is soms eenzaam aan de top.’

De beveiliging van Peter R. de Vries

Een van de dieptepunten van het ministerschap van Grapperhaus was de moord op Peter R. de Vries, vorig jaar. Grapperhaus vond dat een onafhankelijk onderzoek een eind moest maken aan alle speculaties en vroeg Tjibbe Joustra (ex-NCTV en oud-voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid) om een onderzoek te doen naar de beveiliging van de misdaadverslaggever. Daar kwam in de media veel kritiek op, omdat Joustra vanwege zijn achtergrond niet objectief zou staan tegenover het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Grapperhaus: ‘Op advies van mijn politiek assistent, een jonge vrouw, heb ik contact gezocht met Royce de Vries, de zoon van Peter R. Die zocht andersom ook contact, hetgeen leidde tot een paar heel goede, confronterende gesprekken. Ook zei hij wat hij wel en niet goed vond aan mijn beslissing.’ Mede daardoor kwam Grapperhaus deels terug op zijn besluit, en tegen het advies van veel ambtenaren in vroeg hij de Onderzoeksraad voor Veiligheid om ‘een heel uitgebreid onderzoek’.

Moedig? ‘Het hernemen van dat besluit was niet zozeer moedig, maar wel zwaar. Ik moest het aan iedereen uitleggen: de politie, het OM, de politiek, de media… Ook dit is weer een voorbeeld van hoeveel een leider heeft aan de mensen om zich heen. Van mijn belangrijkste adviseurs was er een aantal jong, begin dertig, de leeftijd van mijn oudste zoon. Buiten mijn peer group. En dat helpt.’

De roemruchte bruiloft in coronatijd

Een persoonlijk dieptepunt in het ministerschap van Grapperhaus was de ophef die ontstond nadat er foto’s naar buiten kwamen van zijn bruiloft – ‘volgens de coronaregels gehouden’ – waar het bruidspaar en de gasten bij het maken van een groepsfoto niet de vereiste afstand hielden.

‘Het was komkommertijd, in de coronacrisis was iedereen op zoek naar zondebokken en ik was natuurlijk minister van Justitie en Veiligheid, die ging over de handhaving van de regels,’ verklaart Grapperhaus achteraf de enorme ophef die ontstond. Het had hem bijna zijn functie gekost, terwijl zijn werk als minister nog lang niet klaar was en ‘mijn ambtenaren, junior en senior, tegen me zeiden: leg verantwoording af, ga het debat aan, vecht voor je positie, we hebben je nu nodig!’

Na het te hebben voorgelegd aan mensen in zijn privéomgeving, in zijn partij (CDA) en op het ministerie, overwoog Grapperhaus zijn opties: ‘Je kunt de persoonlijke, politieke of pragmatische – afwachtende – weg kiezen. Ik koos bewust voor de persoonlijke verdediging: dit was míjn huwelijk, míjn privéleven, míjn fout.’

‘Klaas Dijkhoff (oud-fractievoorzitter van de VVD, red.) belde me de avond voor het debat in de Tweede Kamer en raadde me nederigheid aan. Dijkhoff zei: “Je hebt veel krediet bij de Kamerleden, als je het goed doet, komt het goed.”’

Is Grapperhaus blij dat hij ermee is weggekomen? Fel: ‘Nee, ik ben er niet mee “weggekomen”! Ik ben er juist voor gaan stáán! Ook als het pijnlijk is, moet je dat doen. Wel ben ik enorm opgelucht dat ik er toen voor gegaan ben, want anders was mijn ministerschap in iets vreselijks geëindigd. En ik heb de kans gekregen om het goed voort te zetten en af te maken.’

Leiderschap is ook: op tijd opstappen

Er is nog één aspect van leiderschap dat Grapperhaus niet onbenoemd wil laten: een leider moet op tijd opstappen. Anders geldt het aforisme van de Britse conservatief Enoch Powell dat ‘alle politieke carrières (…) eindigen in falen’.

De ellenlange vechtformatie vond Grapperhaus bepaald geen toonbeeld van het ‘nieuwe leiderschap’, de verkiezingsbelofte van Sigrid Kaag (D66). ‘Een blamage. Oude politiek,’ zegt de oud-minister daarover. Al heeft hij over het algemeen ‘erg prettig samengewerkt’ met Rutte, Kaag en andere voormalige kabinetsgenoten en wil hij die niet al te veel afvallen.

Rutte: geen ‘nieuw leiderschap’, maar in crisis wel de leider die nodig is

Wel ziet Grapperhaus een grote behoefte aan ‘écht nieuw leiderschap’. Wat dat voor hem betekent, vat hij samen in drie vuistregels voor leiders: ‘Organiseer tegenspraak (juist ook buiten de peer group). Neem een beslissing en draag daarvoor de volle verantwoordelijkheid. En tot slot: zorg voor regelmatige doorstroom, ook van jezelf.’

Een compliment kan er ook nog vanaf: ‘In tijden van crisis is Mark Rutte de beste leider die we op dit moment kunnen hebben in Nederland. Dat zie je nu ook met de oorlog in Oekraïne.’ Grapperhaus lacht: ‘Maar een nieuw soort leider? Nee, dat is Rutte zeker niet!’

Dr. Ferdinand Grapperhaus is een van de sprekers in de collegereeks Leiderschap in Turbulente tijden die start op 9 mei 2022. Dit artikel is eerder verschenen op EW Magazine.

Nyenrode Nieuwsbrief

Nyenrode deelt kennis met nieuwsgierige professionals. Abonneer je op News@Nyenrode voor al het Nyenrodenieuws.