Onder het presidentschap van Joe Biden verbetert in de Verenigde Staten het toezicht op de accountantssector. Ook in Nederland zou de politiek alerter moeten zijn, schrijft hoogleraar Marcel Pheijffer. Maar de Haagse aandacht is verslapt door randzaken en formatie.
Steeds vaker erger ik me aan de klungelige wijze waarop de politiek in eigen land wordt bedreven. Incidenten volgen elkaar in rap tempo op. Randzaken worden tot halszaak gepromoveerd. Personen lijken belangrijker te zijn dan partijen en de idealen waarvoor deze staan. Implosie van partijen heeft geleid tot een versplintering in de Tweede Kamer die nog weinig constructiefs oplevert. Terwijl de houdbaarheidsdatum van het kabinet al een tijdje is verstreken, staat de formatie van een nieuwe regering in de achteruitversnelling. Allemaal reuze interessant voor mijn onlangs geslaagde zoon die politicologie gaat studeren, maar wat mij betreft vooral een teken van incompetentie en onmacht van de politieke elite.
Maar waar dergelijke schandalen in andere landen aanleiding waren om de greep op de accountancysector te verstevigen, zwakte Trump het juist af. Stevige toezichthouders binnen de PCAOB en de Securities and Exchange Commission (SEC) werden vervangen door marionetten van Trump en het bedrijfsleven. Diverse partners van accountantsorganisaties werden op topfuncties binnen de toezichthouders gepositioneerd. Nieuwe, steviger regelgeving werd uit- of afgesteld. Trump verlaagde de budgetten van toezichthouders. Het aantal handhavingsacties van de PCAOB nam af van 43 in 2016 tot slechts 13 in 2020. En dat kwam niet omdat accountants hun prestaties wezenlijk verbeterden. Met de komst van president Biden waait er een nieuwe wind. Ook hij vervangt de poppetjes die de SEC en PCAOB gezicht geven en die hun beleid bepalen. Hoewel noodzakelijk, tekent het ook de politieke instabiliteit in ’s werelds grootste economie. En dat is niet goed voor het vertrouwen in en het functioneren van de kapitaalmarkt.
Investeerders en (institutionele) beleggers zijn gebaat bij betrouwbare, vergelijkbare en tot op zekere hoogte voorspelbare financiële informatie. Daar past geen springerig beleid bij. Het is niet slim - om als een Snollebolleke - telkens met heftige bewegingen van links naar rechts en vice versa te bewegen. Voorgaande is uitstekend verwoord in een recente brief (7 juni) van 34 belangrijke individuen en organisaties aan Gary Gensler, de door Biden benoemde SEC-voorzitter. Deze voormalig bankier en hoogleraar diende ook onder Bill Clinton en Barack Obama. Hij was als adviseur betrokken bij het opstellen van de Sarbanes Oxley-regelgeving, de Amerikaanse reactie op Enron en andere boekhoudschandalen. In de brief aan Gensler tonen de ondertekenaars hun diepe bezorgdheid over de ontwikkelingen in hun land. Zij wijzen erop dat ze de oorzaken van eerdere crises zien terugkeren: ‘deeply flawed and outdated accounting standards, weak and ineffective auditor oversight, and auditors who lack both independence and professional skepticism – have reemerged as pressing issues’. Bovendien wijzen zij op het falen van de SEC en PCAOB en de noodzaak ‘to take bold action now to reverse that degradation of the financial reporting infrastructure, and to do so before we see catastrophic results resembling those of the Enron area’. Het huidige politieke klimaat in de Verenigde Staten en de persoon van Gensler zijn zodanig, dat aan de oproep in de brandbrief ongetwijfeld opvolging wordt gegeven. Maar voor hoe lang?
Bron: nieuwsbrief Nyenrode Corporate Governance Instituut, juni 2021.
Deze column is eerder gepubliceerd in Het Financieele Dagblad d.d. 15 juni 2021.
Artikelen en columns gepubliceerd op de website en in de nieuwsbrief van het NCGI weerspiegelen niet per definitie een algemene visie van het NCGI, maar worden door auteurs op persoonlijke titel geschreven. Reageren kan via ncgi@nyenrode.nl.
Nyenrode deelt kennis met nieuwsgierige professionals. Abonneer je op News@Nyenrode voor al het Nyenrodenieuws.