‘Verkeerde informatie verspreidt zich als een virus’

Door prof. dr. Bob de Wit en prof. dr. Bo van der Rhee

18 juni 2020
Opinie

In mei van dit jaar lag het wekelijkse dodenaantal in Nederland door het coronavirus lager dan op het hoogtepunt van het griepvirus in 2018. Deze conclusie is gebaseerd op het wekelijkse overzicht van het aantal gestorven burgers dat door het CBS wordt gepubliceerd. Nyenrode hoogleraren Bo van der Rhee en Bob de Wit zijn met dit overzicht aan de slag gegaan om inzicht te krijgen in de dodelijkheid van het COVID-19 virus.

De berichten van het RIVM zijn daarover niet bijster informatief. Het RIVM meldt dagelijks hoeveel coronapatiënten zijn gestorven, in het ziekenhuis zijn opgenomen en op de intensive care liggen. De toelichting is vervolgens dat ‘het werkelijke aantal doden hoger is, omdat alleen geteste mensen worden geteld in de statistiek’. We weten inmiddels echter ook dat de meeste mensen niet dood gaan aan Corona maar met Corona. Bovendien neemt het aantal coronadoden toe als er meer mensen worden getest. Kortom, het werkelijke dodenaantal als gevolg van het coronavirus blijft ongewis.

Om te kunnen berekenen hoeveel mensen daadwerkelijk zijn overleden aan het coronavirus hebben wij ons onderzoek gericht op ‘oversterfte’, dat is het aantal mensen dat in dit coronajaar meer zijn gestorven dan in andere jaren. We hebben de, bij het CBS beschikbare, wekelijkse sterftecijfers van de weken 2 tot en met 22 in de jaren 2015 tot en met 2019 als uitgangspunt genomen. Week 1 is uitgesloten omdat het soms een gebroken week is en daardoor de cijfers vervuilt. De jaren 2015, 2016, 2017 en 2019 zijn ‘virusvrije jaren’ de jaren 2018 en 2020 zijn ‘virusjaren’. Zie hier de cijfers per jaar.

Sterfte onder 0-65 jarigen

Het coronajaar 2020; ondersterfte zet door

Wat blijkt? In de weken 20 – 22 is er algemene ondersterfte ten opzichte van 2019. In de LinkedIn artikelen van eind mei en begin juni hadden we nog een prognose van 9000 totale oversterfte, maar deze moet medio juni dus naar beneden bijgesteld worden. Op het hoogste punt (na week 19) was de oversterfte in vergelijking met 2019 8843, deze is tot en met week 22 afgenomen tot 8625.

Met name de oversterfte in de leeftijdscategorie 0-65 is opmerkelijk, aangezien deze er praktisch niet is: 216 op een populatie van 14 miljoen. En dit is in vergelijking met 2019, wat een laag jaar was met een totale sterfte in weken 2 tot en met 22 van 8487 (in 2020 dus 8703), terwijl de jaren 2015 – 2018 hogere aantallen toonden dan in 2020. In vergelijking met alle voorgaande jaren – behalve 2019 – is er dus in 2020 sprake van ondersterfte in de 0-65 leeftijdscategorie. Zie, naast de bovenstaande grafiek, ook de grafiek van de totale sterfte na de weken 16 t/m 22, waarbij de groene lijn van 2020 alleen boven de blauwe lijn van 2019 ligt, maar onder alle andere lijnen.

Totale sterfte

In onderstaande tabel is het overzicht van de drie leeftijdscategorieën duidelijk te zien, waarbij de vergelijking wederom is gemaakt met 2019. Zoals we inmiddels weten zit het gros van de oversterfte in de 80+ leeftijdscategorie.

Tabel

Golven

Een belangrijk kenmerk van virussen is dat zij in golven komen, wat leidt tot de griepgolf en de coronagolf. Dat betekent dat de benodigde capaciteit van de gezondheidszorg gebaseerd moet zijn op de min of meer stabiele vraag naar zorg, plus de cyclische vraag als gevolg van virusgolven. In 2018 vond de cyclische vraag plaats in de weken 6 tot en met 13, en in 2020 in de weken 12 tot en met 19. Het goede nieuws is dat de vraag naar cyclische capaciteit voorspelbaar is. Het slechte nieuws is dat de timing van de golf niet voorspelbaar is. Beleidsmakers zouden daarom voortdurend alert moeten zijn op wanneer er een virusgolf komt, vergelijkbaar met defensie die capaciteit aanhoudt en alert is op bedreigingen voor de nationale veiligheid.

We kunnen concluderen dat:

  1. beleidsmakers laat gereageerd hebben op signalen over het coronavirus in januari, februari en maart 2020. Dit kan worden verklaard door een gebrek aan alertheid van beleidsmakers, verkeerde veronderstellingen over de kenmerken van het coronavirus of door verkeerde informatieverstrekking door de WHO of China;
  2. er bij gebleken besmettelijkheid van het coronavirus geen capaciteit was om de voorspelbare cyclische vraag op te vangen, en
  3. er geen beschermingsmiddelen en draaiboeken waren voor de kwetsbare burgers en het zorgpersoneel.

Hoe ‘koud’ het ook mag overkomen, zeker voor slachtoffers, hun geliefden en onze zorghelden (wat geenszins onze bedoeling is), de coronamaatregelen hebben een prijs. Denk aan uitstel van overige zorgactiviteiten, faillissementen in (met name) het MKB en van burgers, daaraan gerelateerde lichamelijke en/of psychische problemen, torenhoge staatsschulden en een instorting van de economie. Wat de gevolgen zullen zijn zal pas na geruime tijd bekend zijn. Pas daarna kan de maatschappelijke balans worden opgemaakt.

Na het opmaken van de balans en met de ervaringen die dan zijn opgedaan, hoe moeten we ons dan voorbereiden op virusinfecties in de toekomst? Moeten we zorgen voor een grotere alertheid op toekomstige virussen? Voor een nationaal draaiboek hoe overheid, burgers en zorgorganisaties het beste kunnen omgaan met deze virussen om bij zo min mogelijk slachtoffers zo snel mogelijk groepsimmuniteit te realiseren? Zorgen voor reservecapaciteit in de zorg? Of is verplichte vaccinatie voor alle Nederlanders een betere optie?

Artikelen en columns gepubliceerd op de website en in de nieuwsbrief van Nyenrode Business Universiteit weerspiegelen niet per definitie een algemene visie van Nyenrode en worden door auteurs op persoonlijke titel geschreven.

Dit artikel is onderdeel van het L.E.S. in crisis kennisplatform. Een platform waar we kennis en kunde delen om leiders en professionals van organisaties te helpen in tijden van crisis.

Nyenrode Nieuwsbrief

Nyenrode deelt kennis met nieuwsgierige professionals. Abonneer je op News@Nyenrode voor al het Nyenrodenieuws.