Docenten van het Jaar Master en Post-Master Accountancy

27 januari 2021
Onderwijs

Jochem van Dijke, Katrien Hendriks en Sharon Verschelling zijn de ‘Docenten van het Jaar 2019-2020’ bij de opleidingen Master en Post-Master Accountancy. Zij kregen deze titel op basis van hun evaluaties en slagingspercentages, en vanwege hun prettige manier van samenwerken met mededocenten en het programma-management. Van Dijke werd door programma-management en studenten verrast met zijn verkiezing tijdens een online college, Hendriks en Verschelling tijdens een onverwacht ‘spoedoverleg’.

Leiding geven en signaleren

Jochem van Dijke is ‘Docent van het Jaar’ binnen de Master. Hij studeerde zelf ook Accountancy aan Nyenrode en bij het slotexamen raadden zijn examinatoren hem aan docent te worden. Toen een van de partners bij zijn kantoor RSM wilde stoppen als docent Advanced Auditing nam hij diens plek in. Na een half jaar sloot hij ook aan bij Financial Auditing. Van Dijke is internationaal zaalvoetbalscheidsrechter, hij ziet parallellen: “Als scheidsrechter geef je leiding en signaleer je wat er in het veld gebeurt. Ook in het college zorg je ervoor dat alles goed verloopt en dat iedereen aangehaakt blijft.” De Auditing-vakken liggen hem goed: “Je brengt de studenten bij welke afwegingen ze moeten maken als accountant. Ik wil ze daarbij die goede begeleiding bieden die ik zelf ook heb gehad. Ik vind het mooi om bij te dragen aan de ontwikkeling van studenten.”

Het fundament van de organisatie

‘Docent van het Jaar’ bij de Post-Master is Katrien Hendriks. Ze wilde ooit de PABO doen maar koos toch voor Technische Bedrijfskunde. Als stafmedewerker AO/IC bij een ziekenhuis werd ze via haar baas alsnog docent, bij Nyenrode. Inmiddels geeft ze door de hele Accountancy-opleiding heen vakken Bestuurlijke Informatievoorziening (BIV), en is ze bij een aantal vakken ook kerngroepvoorzitter. Daarnaast werkt ze bij de Federatie Medisch Specialisten. Ze geniet ervan om mensen niet alleen kennis te leren maar ook: hoe ga je nadenken? Wat ze mooi vindt aan BIV: “Als de vastlegging in processen niet klopt en niet goed door IT wordt ondersteund, dan verloopt de besturing van de organisatie niet goed en dan klopt uiteindelijk ook de jaarrekening niet. Dat eerste is minstens zo erg. BIV heeft een accountants-perspectief, maar het is vooral het fundament van een organisatie. Dat inzicht wil ik overdragen.” 

Waarom wil je dit en wat vertelt het je?

Sharon Verschelling gaf als student Wiskunde en Econometrie al bijles en vond dat erg leuk. Ze werkte als consultant bij PwC samen met Nyenrode-hoogleraar Ruud Wetzels aan een project. Hij bracht haar op het idee om een statistiekvak te gaan geven op Nyenrode. Ze begon een half jaar later als docent Business Research Methods en werd vervolgens ook docent Business Statistics in Practice (BSiP). Ze werd verkozen tot ‘Talent van het Jaar 2019-2020’. Wat ze belangrijk vindt om uit te leggen is niet hoe de statistiek werkt maar: waarom wil je dit en wat vertelt het je eigenlijk? “BSiP is eigenlijk de basis van statistiek. Hoe kun je nou iets significants zeggen? Ik probeer de focus niet te houden op ‘hoe doe je een T-test’ maar op: wat heb ik hieraan en wat doe ik ermee in de praktijk?”

Link met de praktijk

Gevraagd naar hun ‘geheim’ geven ook de twee anderen aan dat de link met de praktijk heel belangrijk is. Katrien Hendriks: “BIV-Inleiding bijvoorbeeld start in februari van het eerste jaar. Ik leg dan vaak de link met de werkzaamheden die ze hebben gedaan tijdens de interimcontrole toen ze net waren gestart, een half jaar daarvoor. Dan zie ik dat studenten denken: oh dat is het, nu begrijp ik waarom ik toen dat moest doen.” Jochem van Dijke vraagt studenten ook om bij hun werk na te denken over wat ze in het college kunnen bespreken: “Daardoor leggen studenten tijdens hun werk ook beter de link met de colleges. En als ze daarover vertellen is het weer herkenbaar voor hun medestudenten.” 

Voorbeelden, tekeningen en makkelijke taal

Daarbij maken de Docenten van het Jaar ook veel gebruik van voorbeelden. Studenten geven aan Hendriks ook wel eens terug dat ze zich juist de voorbeelden goed kunnen herinneren, bijvoorbeeld tijdens een tentamen. Verschelling gebruikt graag voorbeelden waar iedereen zich in kan vinden, iets met brood kopen of naar de supermarkt gaan. “En ik teken overal plaatjes bij.” Van Dijke gebruikt praktijkcasussen om moeilijke stof makkelijk uit te leggen. “Ik ben een nuchtere Zeeuw, niet van de moeilijke woorden. Wat in de standaarden staat is voor studenten al moeilijk genoeg. Het kantoorjargon is ook anders dan wat in de standaarden staat, ik wijs studenten erop dat daar dan gewoon hetzelfde mee bedoeld wordt.”

Er zijn voor de studenten

Nog een overeenkomst: benaderbaar zijn. Sharon Verschelling probeert naast de studenten te gaan staan: “We doen het samen. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat er een open sfeer is, dat iemand het niet erg vindt om te zeggen dat hij er even helemaal niets van snapt. Kunnen we nog eens door hetzelfde stukje heen lopen? Dan doen we dat.” Ook Jochem van Dijke probeert echt een vertrouwensband met de studenten op te bouwen: “Ze kunnen altijd bij me terecht.” De kern volgens Katrien Hendriks: “Als docent ben je er voor de studenten. Zij moeten de leerdoelen van het vak halen en uiteindelijk door de toets komen. Daar doe ik bij wijze van spreken alles voor. Sinds colleges online zijn houd ik tussen het laatste college en het tentamen een online spreekuur. Ze waarderen het heel erg dat ze je dan nog kunnen bereiken om een vraag te stellen.”

Digitale cockpit

Sinds maart 2020 hebben ze bijna alle colleges online gegeven. Hoe was die omschakeling? Verschelling is het veel meer klassikaal gaan doen: “We lopen samen stap voor stap door de opdrachten. Bij fysieke colleges liep ik vaak rond en vroeg ik juist aan de stillere mensen of ze nog waren aangehaakt. Ik zeg nu dat ze na het college ook kunnen blijven hangen of me kunnen mailen, en ik heb nu wel extreem veel meer mailcontact.” Van Dijke heeft een ‘digitale cockpit’ ingericht: “In online colleges moest ik opeens stil zitten, terwijl ik graag beweeg. Hoe kan ik het nou interactief houden? Bij online colleges kun je moeilijk zien of iedereen goed bezig is. Daarom werk ik nu met drie schermen: een scherm voor de chat, één voor de camera-functie en een scherm dat ik kan delen.” 

Lachen mag

“Lachen mag”, zegt Van Dijke tijdens zijn colleges. Juist bij digitale colleges vindt hij humor belangrijk. Heeft hij nog meer tips voor studenten? “Als iets niet gaat zoals jij het zou willen, dan moet je dat ook durven zeggen, ook bij online colleges: geef aan wat je mist.” Daarnaast, meer een tip voor de leidinggevenden van studenten, vindt hij het belangrijk om oog te houden voor de ontwikkeling van collega’s op het werk: “We moeten op het werk met elkaar stilstaan bij vaktechnische vraagstukken, zodat studenten daarin kunnen groeien.” Verschelling adviseert studenten elkaar ook virtueel te blijven opzoeken: “Als je het studeren samen doet kom je altijd net wat verder. Je leert van elkaar.” 

Maak gebruik van de mogelijkheden die er zijn

Tips voor studenten van Katrien Hendriks: “Maak gebruik van alle mogelijkheden die er zijn: de mogelijkheid om een uitwerking op te sturen, nog even iets te vragen, naar een online spreekuur te komen, contact op te nemen met een studiecoach als je in een moeilijke situatie zit. En het is belangrijk om er energie in te stoppen, omdat het niet vanzelf gaat. Juist de vakken die je niet zo leuk vindt daar moet je je schouders onder zetten. Het wordt niet vanzelf leuk. Soms duurt het even. Ik had een student in het instroomprogramma Post-Master, die eerder het Schakeltraject had gedaan. Ze zei: ‘Nu landde het pas echt. Toen vond ik het lastig en nu vond ik het ontzettend leuk.’”

Enthousiasme en actief blijven

Studenten zeggen over Jochem van Dijke dat ze goed naar hem kunnen luisteren omdat hij zelf zo enthousiast is. Ook Sharon Verschelling vindt dat enthousiasme helpt als je docent bent. Katrien Hendriks blijft enthousiast over vakken die ze al jaren geeft, maar ze vindt het ook leuk om een nieuw vak te geven of te ontwikkelen, zoals het BIV-vak in het Instroomprogramma Post-Master: “Alle ervaringen van andere vakken probeer ik daar dan in te verwerken. Ik heb achteraf ook een bijeenkomst belegd, met studenten en het programmamanagement erbij, om door te praten over wat er uit de schriftelijke evaluatie kwam. Dat enthousiasme en de wens om actief te blijven, ik hoop dat elke docent dat heeft. Ik kan me niet voorstellen dat ik dit niet meer zou doen. ” 

V.l.n.r.: Jochem van Dijke, Sharon Verschelling en Katrien Hendriks

Nyenrode Nieuwsbrief

Nyenrode deelt kennis met nieuwsgierige professionals. Abonneer je op News@Nyenrode voor al het Nyenrodenieuws.