Het zijn tijden van crisis, maar ook van verwondering en ergernis. De afgelopen jaren zijn diverse ambtenaren – terecht – strafrechtelijk vervolgd of op non-actief gezet vanwege het lekken van vertrouwelijke informatie. Maar wat wordt gedaan aan het telkenmale lekken van informatie door politici, ambtenaren en OMT-leden? Wat is eigenlijk nog het nut van georkestreerde persconferenties als alles al vooraf op straat ligt? Is het land niet meer gebaat bij een eenduidig optreden van experts en politici, in plaats van dat zij zelf onrust zaaien door elkaar telkens in het openbaar tegen te spreken?
In de toeslagenaffaire lijkt intussen het zoeken naar schuldigen belangrijker dan het zoeken naar oplossingen. Het baart mij vooral grote zorgen dat de informatiehuishouding van de Belastingdienst telkens maar niet op orde blijkt te zijn. Deze beschikt immers over gegevens van elke (rechts)persoon en moet er ook voor zorgen dat een substantieel deel van de overheidsinkomsten op een rechtvaardige wijze binnenkomt. De steunpakketten vanwege de coronacrisis worden door de Tweede Kamer gerost en de overheidsschuld loopt daardoor met tientallen miljarden op. Een feit dat nog jarenlang enorme impact zal hebben op velen, met name de generatie jongeren die het nu toch al lastig heeft. Toch wordt in de Tweede Kamer langer gedebatteerd over de vraag of de avondklok om half negen of een half uurtje later moet ingaan, dan over deze steunpakketten.
Zo zijn er nog vele voorbeelden van verwondering (en ergernis) te noemen. Maar laat ik mij hierna beperken tot het eigen vakgebied: de accountancy. Ik wil met name inzoomen op een onderwerp dat in deze krant en onder accountants de afgelopen periode regelmatig de aandacht trok, de controle op de verstrekking van de NOW-subsidies.
Op basis van de NOW-regeling (de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid) is in 2020 ongeveer €13 mrd aan ondernemers uitgekeerd ter compensatie van loonkosten. Een regeling die met stoom en kokend water tot stand is gekomen, wat tot gevolg heeft dat niet alles tot in details is uitgewerkt. De regeling biedt daarmee ruimte tot interpretatie en fraude. Ondernemingen die steun hebben gekregen moeten mede door dat frauderisico een derdenverklaring inleveren of een accountantscontrole laten uitvoeren.
Het is evident dat daar kosten mee gemoeid zijn, wat het effect van de subsidie dempt. In deze krant werden eerder voorbeelden genoemd van 10% tot 15% van de verkregen subsidie. Veel ondernemers tonen er begrip voor dat getoetst wordt of de steun terecht is aangevraagd, dat dit extra controle vergt, en dat er accountantskosten mee zijn gemoeid. Anderen tonen echter minder begrip en een enkeling duidt de accountant als ‘een gier die het laatste stukje vlees komt weghalen’. Een dergelijke kwalificatie is in dit verband niet terecht. Althans niet voor het collectief aan accountants, hooguit voor een individuele uitglijder. Desondanks begrijp ik wel dat de frustratie van ondernemers die in de hoek zitten waar de klappen vallen, zich ook op de accountant richt. Dat had echter op simpele wijze voorkomen kunnen worden.
Bron: nieuwsbrief Nyenrode Corporate Governance Instituut, februari 2021.
Deze column is eerder gepubliceerd in Het Financieele Dagblad d.d. 7 februari 2021.
Artikelen en columns gepubliceerd op de website en in de nieuwsbrief van het NCGI weerspiegelen niet per definitie een algemene visie van het NCGI, maar worden door auteurs op persoonlijke titel geschreven. Reageren kan via ncgi@nyenrode.nl.
Nyenrode deelt kennis met nieuwsgierige professionals. Abonneer je op News@Nyenrode voor al het Nyenrodenieuws.