Deloitte-onderzoek mondkapjesdeal niet zaligmakend

29 april 2022
Opinie

Politiek draaide het in de week van 4 april om de mondkapjesaffaire. Op dinsdag een technische briefing met de onderzoekers van Deloitte, op donderdag een Kamerdebat. Ik vermoed dat de naam van een accountantskantoor nog nooit zo vaak in de Tweede Kamer is genoemd. Telkens werd verwezen naar een feitenrelaas dat Deloitte ooit gaat opleveren over de overheidsinkoop van beschermingsmiddelen, waaronder de mondkapjes van Sywert van der Lienden en zijn metgezellen.


Aan het einde van de technische briefing met Deloitte - waarin men vooral inging op de opzet en reikwijdte van het onderzoek en niet op de resultaten daarvan - was het Kamerlid Pieter Omtzigt die (weer eens) de spijker op de kop sloeg. Het parlement en niet de regering dient opdrachtgever van een dergelijk onderzoek te zijn, stelde hij. En het onderzoek moet niet privaatrechtelijk maar publiekrechtelijk worden uitgevoerd.

Ontwijkend

Nadat Omtzigt op een simpele vraag over de verzamelde data die in de presentatie van Deloitte staan, een ontwijkend antwoord kreeg (‘er staat wat er staat’) was zijn begrijpelijke conclusie ‘dan kunnen we dit voortaan wel schriftelijk afdoen’. Omtzigt staat niet alleen in zijn kritiek op de opdracht die vanuit de regering aan Deloitte is verstrekt en op de wijze waarop het kantoor het onderzoek uitvoert. Vanuit mijn ervaring als onderzoeker voor de Tweede Kamer en als hoogleraar forensische accountancy, begrijp ik die kritiek. Daarom een aantal opmerkingen.

Ten eerste: ik heb het genoegen gehad als inhoudelijk secretaris te fungeren van de parlementaire enquêtecommissie Bouwnijverheid. Daarnaast heb ik een bijdrage geleverd aan onderzoeken van de tijdelijke commissie Infrastructuurprojecten (zoals de Betuweroute en HSL), de commissie Rekenschap (over de hbo-fraude) en de tijdelijke parlementaire ondervragingscommissie Fiscale constructies (over brievenbusfirma’s en het wegsluizen van vermogen). Onderzoeken in opdracht van de Tweede Kamer, die in relatief korte tijd bruikbare producten opleverden voor het parlementair debat en het treffen van adequate maatregelen.

‘Deloitte gaf in de Tweede Kamer geen antwoord op de vraag wat dit onderzoek kost. Dat is kinderachtig’.
Allemaal onderzoeken als illustraties van het instrumentarium dat de Tweede Kamer in haar controlerende functie ter beschikking staat. Voeg daarbij de door Omtzigt genoemde mogelijkheid om de Algemene Rekenkamer onderzoek te laten doen, en duidelijk is dat er geen enkele noodzaak is om een dergelijk (duur) onderzoek door een accountantsorganisatie uit te laten voeren.

Ten tweede bleek met name uit de technische briefing dat de opdracht aan Deloitte zodanig is, dat de onderzoekers louter feitelijke bevindingen gaan opleveren, zonder daaraan (vaktechnische) conclusies te verbinden. Dat is als aan een scheidsrechter te vragen te fluiten voor het vaststellen van een overtreding, zonder dat deze mag bepalen of hij daarvoor een vrije schop of kaart verstrekt. Aan een dergelijke scheidsrechter heb je weinig. Maar wat hebben we dan aan een feitenrelaas van Deloitte? Te weinig wat mij betreft.

Ook conclusies

Want Deloitte kan en mag best conclusies trekken. Dat ‘kan’ omdat zij staan voor een zorgvuldig onderzoek waarin zij zowel de normen en regels uiteenzetten als een zo volledig mogelijk overzicht van de feiten geven. Dat ‘mag’ ook, indien de opdracht als zodanig zou zijn verstrekt én aangenomen. Kennelijk is Deloitte met de opdrachtgever overeengekomen louter te rapporteren over ‘feitelijke bevindingen’. Terwijl het onderzoek ook de vorm had kunnen hebben van een zogeheten assurance-opdracht, waarbij een accountant niet alleen de feiten rapporteert maar ook conclusies trekt.

Tijdens de technische briefing kwam bijvoorbeeld het punt aan de orde of het Deloitte-rapport inzage zou geven over de aard van de uitgaven: doelmatig, rechtmatig, frauduleus. Deloitte gaf aan dat dergelijke conclusies aan de opdrachtgever zijn. Dat kan dus best anders: als opdrachtgever en onderzoekers dat overeenkomen.

Ten derde een opmerking over de breedte en diepte van het onderzoek. Deloitte (net als de ministers) bleef maar hameren op ‘zorgvuldigheid’ en ‘volledigheid’. Zorgvuldigheid is terecht, onzorgvuldigheid zou afbreuk doen aan de waarde van het onderzoek. Wat betreft de volledigheid ligt dat genuanceerder. Omdat je in een rapport prima de beperkingen kunt uitleggen van hetgeen je (nog) niet hebt kunnen onderzoeken. Bovendien moet het streven naar volledigheid geen hypotheek leggen op tijdige waarheidsvinding, zeker niet indien de (politieke) kernvragen waar het onderzoek om draait zich uitkristalliseren.

De Tweede Kamer kan daar in de richting van de opdrachtgever van Deloitte zelf een rol pakken, onderzoeksvragen herformuleren en desnoods deelrapporten over specifieke onderwerpen vragen. Bovendien: indien Sywert en zijn companen niet aan het onderzoek willen meewerken – zij zijn dat namelijk niet verplicht – brengt Deloitte dan geen rapport uit omdat het onderzoek dan niet volledig is? Natuurlijk niet!

Kosten

Ten vierde gaf Deloitte geen concreet antwoord op de vraag wat dit onderzoek kost, omdat zij alleen verantwoording aflegt aan de opdrachtgever. Dat betreft een bijzonder kinderachtig antwoord. Waarom zou je niet kunnen antwoorden dat het onderzoek tot nog toe x-miljoen heeft gekost (en nog x-miljoen) gaat kosten? Dat antwoord bereikt de Tweede Kamer vroeg of laat toch wel. Los daarvan: de druk die nu wordt gezet op een streven naar snelheid van onderzoek en rapportage, betekent qua declareren een verlegging van het rem- naar het gaspedaal.

Tot slot: onderzoeken zijn op te knippen in deeltrajecten en ook in deelrapportages. Met goede wil aan de kant van regering en Deloitte, kan het parlement eerder feiten (en eventueel) conclusies op tafel krijgen dan nu is aangegeven.


 

 

Dit opiniestuk is eerder gepubliceerd in Het Financieele Dagblad d.d. 11 april 2022. 

 

Bron: nieuwsbrief Nyenrode Corporate Governance Instituut, april 2022.

Artikelen en columns gepubliceerd op de website en in de nieuwsbrief van het NCGI weerspiegelen niet per definitie een algemene visie van het NCGI, maar worden door auteurs op persoonlijke titel geschreven. Reageren kan via ncgi@nyenrode.nl. 

 

Nyenrode Nieuwsbrief

Nyenrode deelt kennis met nieuwsgierige professionals. Abonneer je op News@Nyenrode voor al het Nyenrodenieuws.